Debat: Co-creatieruimtes en burgerinitiatieven

Dit is een verslag van het debat op het onderzoeksseminarie Tijd voor Ruimte in maart 2020.

Moderator: Els Silvrants-Barclay (onderzoekster, curator, schrijver en activist)

Sprekers:

  • Sophie Ghyselen is architecte, werkt bij Community Land Trust in Brussel (dat betaalbare woonprojecten ontwikkelt op gronden die in gemeenschapsbezit blijven), is geëngageerd Brusselaar en één van de drijvende krachten achter Commons Josaphat.
  • Maarten Desmet is architect van opleiding en sociaal ondernemer, oprichter van For Good, een app rond duurzaamheid, en mede-operichter van Endeavour.
  • Evi Swinnen, startte met architectuur maar eindigde vrij snel in de kunsten, richtte vanuit Timefestival Timelab op, dat ze sindsdien coördineert.

In dit panel verbreden we het perspectief en gaan we het hebben over alternatieve, bottom-up methodieken en strategieën om op een meer participatieve en inclusieve manier de stad vorm te geven.

Gentrificatie gaat niet alleen over een verhoging van de prijs van vastgoed, maar even goed over het soort infrastructuur dat het voortbrengt, namelijk op maat van een geprivilegieerde overwegend witte middenklasse, in een klassiek marktmodel van vraag en aanbod.

Kan co-creatie en burgerinitiatief – namelijk het denken vanuit de dynamiek die reeds aanwezig is in een buurt, denken vanuit de commons – tegengewicht bieden om stad te maken die voor iedereen bruikbaar is? Hoe kan dit werken, ook op de lange termijn, en hoe valkuilen vermijden?  

Els Silvrants-Barclay: Co-creatie en participatieve processen klinken geweldig, maar hoe doe je dat precies? Wat zijn voor jullie de basisregels, de do’s en don’ts?

Evi Swinnen: “Co-creatie en participatie zijn geen dienstverlening, maar dragen bij tot gemeenschappelijk doel. Het is geen lineair proces of gesystematiseerd traject.”

“Bij de komst van een nieuwe plek vraagt men zich af: waarvoor dient deze plek? Wat brengt ze mij? Zo gaat men vaak denken in what’s in it for me en dus in termen van vraag en aanbod. Een typisch fenomeen van de marktlogica. Wij proberen mensen bewust te maken van deze ingebakken logica en een alternatief te installeren. Daarbij gaan we uit van de vraag ‘wat kan ik bijdragen’ en niet langer van ‘wat zit erin voor mij’.”

Sophie Ghyselen (Commons Josaphat): “We hebben een nieuw governance model gezocht waarbij de burger mee aan tafel zit als gelijkwaardige partner, en waarbij de meerwaarde naar de gemeenschap gaat, niet naar promotoren. Verschillende voorstellen worden bediscussieerd door mensen die niet noodzakelijk met elkaar in verband staan, dat is boeiend. Bij Community Land Trust zit zowel een arbeider uit Marokko die hard werkt om huis te kopen als een kabinetard.”

“Participatie moet echt zijn, met burgers als volwaardige gesprekspartner, niet om hen tijdelijk te sussen.

Sophie Ghyselen

Maarten Desmet (Endeavour): “Wij geloven dat dialoog nodig is om samen de stad te maken. Ruimtelijke verandering is het moment om het over méér te hebben dan ruimte alleen, maar ook over maatschappelijke verandering: veiligheid, speelweefsel … We dwingen mensen via workshopmethodes om hun agenda op tafel te leggen, de elephant in the room uit te spreken. Op het einde hoeven we het niet eens te zijn. Het proces op zich is het doel: iedereen mee laten nadenken en gedeelde waarden vastleggen in charter.”

Sophie Ghyselen: “Er is een grote kloof tussen mensen die gewoon een moestuintje willen en mensen die nadenken over commons en langetermijnvisie. Dat zijn moeilijke, weinig tastbare begrippen. Voor zo’n commons model is overleg nodig, regels moeten vastgelegd worden om tot een gedeelde visie te komen.”

Els Silvrants-Barclay: Wat is de doelstelling van zo’n co-creatief proces en wie bepaalt dit? Is dat de opdrachtgever of de ontwikkelaar, de ontwerper/bemiddelaar, de aanwezige buurtbewoners of de bredere omgeving? In hoeverre komt de opdrachtgever al met een bepaald verwachtingspatroon, en hoe moeilijk is het om deze te navigeren?

Maarten Desmet: “Endeavour werkt niet met ontwikkelaars: zij zeggen wel dat het gaat om participeren, maar vaak is het gewoon informeren en is alles al beslist. Wij werken enkel als er effectief ruimte is om impact te hebben en alle spelers te betrekken.”

Evi Swinnen: “De moeilijkheid van een co-creatief proces is o.a. hoe stellen we groep samen in brainstormfase? Wat is de relatie met lokale overheid of eigenaar van gronden? Het is belangrijk om beleidsmakers te vinden die bereid zijn om dingen open te laten voor experiment, vrijheid om te falen.”

Els Silvrants-Barclay: Hoe verduurzaam je een participatief proces of een burgerinitiatief? Hoe zorg je ervoor dat jullie innovatieve modellen niet “opgegeten” worden door publieke aanbestedingen, resultaatsverwachtingen en zeer rigide stedenbouwkundige voorschriften? Bestaat er een risico van conflict met het oorspronkelijk bottom-up proces? 

Maarten Desmet: “De contradictie is dat je een opdracht krijgt die beperkt is in tijd, terwijl je werkt met lange complexe processen. Wij laten vaak tussen de verschillende partijen een soort nieuwe samenwerkingsvorm of platform achter, waardoor we onszelf overbodig maken.”

Sophie Ghyselen: “Als je een site van 24 ha ontwikkeld, is het dan normaal dat 75% privaat is en door promotoren ontwikkeld wordt? De overheid zou terreinen ter beschikking moeten stellen aan artiesten en andere sociale groepen. Is het normaal dat promotoren maar 12% betalen ipv 21% als ze sociale woningen creëren voor 10 jaar om ze daarna te mogen verkopen, terwijl dat niet geldt voor sociale woonmaatschappij?” 

“Na 4 jaar hadden we met Commons Josaphat een concreet en haalbaar voorstel, zowel in tijd als financieel. Maar helaas is ons voorstel afgeketst: de minister wilde wel werken met een institutionele partner, maar niet met Commons Josaphat. Hopelijk zijn er toch enkele zaadjes geplant.”

Tot slot geven we nog deze reacties mee uit het publiek:

“Jullie leggen veel druk op jezelf door ook een maatschappelijke rol op te nemen: met alle respect, maar is het aan kunstenaars om te zorgen dat ruimte inclusief is, zijn jullie dan niet iemand anders zijn job aan het doen?”

“Ruimtelijke planners voorzien nu een bestemming voor elk stukje ruimte. Ze zouden in hun plannen telkens bijvoorbeeld 10% vrij moeten houden, ruimte die niets moet opbrengen en die open staat voor experiment.”

Lees ook het verslag van het eerste deel van het debat over woon- en werkruimtes voor kunstenaars met Evi Swinnen (Timelab), Sophie Ghyselen (Commons Josaphat) en Maarten Desmet (Endeavour).

Je leest: Debat: Co-creatieruimtes en burgerinitiatieven