Wat zijn de kansen en uitdagingen voor het Vlaamse kunstenveld? Lees nu de Landschapstekening Kunsten
Een solide internationale reputatie, artistieke vrijheid en een sterk uitgebouwde culturele infrastructuur; het zijn enkele opvallende sterktes van onze Vlaamse kunstensector. Maar er zijn ook kapers op de kust. Denk aan de moeilijke werkomstandigheden van kunstenaars, de concentratie van het aanbod kunst in steden en de moeilijke toegang tot subsidies.
Kunstenpunt publiceert vandaag zijn Landschapstekening Kunsten, een sterkte-zwakteanalyse van de kunstensector. De publicatie toont actuele ontwikkelingen in het Vlaamse kunstenveld om zo het nieuwe cultuurbeleid en het werkveld te ondersteunen in het ontwerpen van een toekomststrategie voor de beeldende kunsten, podiumkunsten, muziek, letteren, audiovisuele kunsten, architectuur, design en transdisciplinaire kunsten.
Sterk uitgebouwde kunstensector
Uniek aan het Vlaamse kunstenlandschap is de ruimte voor artistiek initiatief met een overheid die — samen met een sterk netwerk van publieke instellingen — dit initiatief actief ondersteunt, zonder veel inmenging. Die artistieke ruimte zorgt voor de internationaal erkende kwaliteit van onze Vlaamse kunsten. Omdat de voorbije jaren stevige buitenlandse connecties zijn opgebouwd, krijgen kunstenaars ook meer en meer kansen om in een internationale context te werken, in binnen- en buitenland. Die internationalisering geeft de artistieke kwaliteit een boost, maar ook financieel is er extra slagkracht — denk bijvoorbeeld aan de groei in coproducties met buitenlandse partners.
Het sterk uitgebouwde netwerk van kunstencentra, CC’s, musea en galeries, muziekclubs en bioscopen — waardoor kunst en cultuur letterlijk dichtbij de Vlamingen en Brusselaars komt — is een andere belangrijke troef. Er is ook een goede financieringsmix; de kunstensector haalt — in tegenstelling tot het gangbare geloof – een groot deel van haar inkomsten uit de markt. Voor elke euro Vlaamse overheidssubsidie, genereert men twee euro aan andere opbrengsten. Kunsten leveren de maatschappij ook veel op. Onze creatieve sectoren zorgen voor economische groei, maar ze brengen mensen ook samen rond maatschappelijke kwesties. Vaak zijn de kunsten — zeker in steden en gemeenten — een sociaal laboratorium voor maatschappelijke vernieuwing.
Hiaten in het systeem
Al deze sterktes laten zien dat de kunstensector verder professionaliseert. Maar de kunstenaar zelf blijft kwetsbaar. Denk bijvoorbeeld aan de relatief lage inkomens of het onbezoldigd werken. Er is ook minder ruimte (en geld) voor de onzichtbare kant van de kunsten; het is voor kunstenaars en organisaties bijvoorbeeld moeilijker om tijd en middelen vrij te maken voor cruciale zaken als archivering en documentatie, maar ook artistieke research & development geraakt ondergesneeuwd. Dat laatste is een essentieel onderdeel van vele maatschappelijke sectoren, en ook van de kunsten.
Ondanks de goede infrastructuur blijft het kunstenaanbod grotendeels geconcentreerd in de (centrum)steden, en dat geldt vooral voor de gesubsidieerde kunsten. Met meer autonomie voor de gemeenten en lokale besturen, is het ook moeilijker dan vroeger om vanuit Vlaanderen over die evenwichtige spreiding van het aanbod te waken. Het blijft ook moeilijk voor het Vlaamse beleid om met een helikopterblik naar andere evenwichten te kijken, zoals de verdeling van middelen.
Bedreigingen en kansen
Er zijn ook externe bedreigingen die zich laten voelen. Ondanks het feit dat – in tegenstelling tot andere landen – kunsten een vrij stabiel publieksbereik hebben, wordt het cruciaal om ook jongeren geïnteresseerd te houden. De kans dat een positief beoordeeld subsidiedossier vandaag ook effectief een subsidie krijgt, is historisch laag. Het wordt ook moeilijker voor organisaties om toegang te krijgen tot de groep van structureel gesubsidieerde organisaties, zeker indien ze nooit eerder een toelage kregen. In de private kunst- en cultuurmarkt geldt ook het winner-takes-all principe waarbij vooral grote namen aandacht krijgen.
De Landschapstekening toont ook belangrijke kansen. Zoals gezegd krijgen steden en gemeenten een steeds belangrijkere rol; zo werken kunstenaars, curatoren en programmatoren, kunstorganisaties en lokale besturen vaker samen om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Er is ook een sterke bereidheid om meer inclusief, fair en duurzaam te werken. Denk bijvoorbeeld aan genderongelijkheid — met een minderheid vrouwen in bestuursfuncties bij kunstenorganisaties — of het terugdringen van de ecologische voetafdruk — het resultaat van het internationaal karakter van onze sector en onze regio.
Ook in de samenwerking met andere maatschappelijke domeinen kan het Vlaamse kunstenlandschap zich verder ontplooien. Denk aan de link tussen kunsten, jeugdwerkingen en onderwijs als pistes om jonge mensen met uiteenlopende achtergronden warm te maken voor een artistieke loopbaan. Vanuit Vlaanderen en Europa is er ook een groeiende interesse bij toerisme, economie en buitenlandse zaken om samen te werken met de kunstensector. Ook in de link tussen kunst en wetenschap liggen opportuniteiten; denk aan uitdagingen rond digitalisering, biotechnologie en artificiële intelligentie waarin de kunsten een interessante sparringpartner zijn.