“Waarom heb je het paard alleen gelaten?” Fatin Farhat over genocide, onbegrip en wegkijken.

(c)Fatin Farhat

Een jaar geleden startte het meest recente en nog steeds durende hoofdstuk in de ongelijke strijd tussen Israël, het Palestijnse verzet, en betrokken partijen in de wijdere regio. Kunstenpunt vroeg Fatin Farhat, onafhankelijk cultuurwerker, naar haar perspectief. Fatin was één van onze gasten tijdens Arts during crisis, waarin we zelden gehoorde stemmen vragen wat de kunstensector kan doen in tijden van oorlog, vervolging of klimaatcatastrofe. Een jaar na de aanval van Hamas en de start van de genocide, en kort nadat een vergelijkbaar scenario zich dreigt te ontplooien in Libanon, vindt de roep om een staakt-het-vuren nog steeds geen gehoor. Hoe verder, vraagt Fatin Farhat zich af.

Ramallah/Palestina

Ik bezocht Gaza een aantal keer als kind, en als volwassene slechts twee keer. Mijn laatste bezoek aan de Gazastrook was in 2020, enkele maanden voor de COVID-19 lockdown. Ik leidde er, in principe, een workshop voor UNESCO om informatie te verspreiden over de Conventie betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen (2005). In werkelijkheid kwam de reis er na 20 jaar aan pogingen om de nodige papieren te krijgen om Gaza binnen te geraken langs de Israëlische bezetter. Het bezoek (waarvoor familie en vrienden me benijdden) was mijn kans om oude vrienden en collega’s terug te zien die geïsoleerd waren geraakt door de bezetting. Vijf dagen lang bezocht ik allerlei culturele plekken, van Beit Lahia tot Rafah, rookte ik hookah met vrienden die ik in tientallen jaren niet had gezien, en had ik ontelbare sociale en werkgerelateerde gesprekken met makers en collega’s. Verschillende Facebookvrienden doken op aan mijn hotel om me te ontmoeten! Het was mijn ingang naar een stukje van mijn thuisland, zo dicht en toch zo veraf. Tijdens mijn verblijf waren de grenzen dicht en begonnen de Israëlische bombardementen. Ik zat vast, maar ik kon niet gelukkiger zijn omdat ik mijn verblijf zo lang mogelijk wilde uitrekken. Aangezien ik mijn hotel op dat moment niet kon verlaten omwille van veiligheidsredenen, ging ik aan de kust zitten en keek ik vanop afstand naar Israëlische marineschepen – het monotone en onveranderlijke geluid van bewakingsdrones echoënd in mijn hoofd. Ik was gelukkig, ik was thuis.

De voorbije 365 dagen heb ik mijn vrienden in het kunstenveld en erbuiten in Gaza afgeslacht zien worden als veedieren. Het laatste jaar ben ik stap per stap mijn woordenschat kwijtgeraakt, samen met mijn geloof in de mensheid. De dodentol van meer dan 41.000 Gazanen, onder wie 16.500 kinderen, is bloedstollend. Israëls genocide heeft 902 families weggevaagd. Tegelijkertijd hebben minstens 1.364 families nog maar één overlevend lid, en minstens 3.472 slechts twee. De werkelijke dodentol van de genocide zal nog jaren onbekend blijven (als we ze ooit zullen kennen) en zal veel hoger liggen, gezien de overlijdens door honger, ziekte, en andere oorzaken die vandaag moeilijk te tellen zijn. Volgens analyses van satellietbeelden door Corey Scher en Jamon Van Den Hoek – respectievelijk geassocieerd professor bij CUNY Graduate Center en professor geografie bij Oregon State University – zijn 56,9% van de gebouwen in Gaza sinds 21 april beschadigd of vernietigd; dat zijn er zo’n 160.000 in totaal. UNICEF telt 408 beschadigde scholen, dat is minstens 72,5% percent van de 563 die het zelf telt. Daarvan zijn 53 schoolgebouwen volledig vernietigd, en 274 beschadigd door vuur.

Gaza Stad, 2020. Al Pasha Palace werd onlangs verwoest door Israëlische aanvallen (c) Fatin Farhat

Wat cultuur en cultureel erfgoed betreft wordt geschat dat zo’n 200 sites van historisch belang vernietigd of beschadigd zijn door Israëlishe aanvallen op Palestijnse enclaves. Op zijn minst 45 kunstenaars en cultuurmanagers, en 167 journalisten in Gaza zijn gedood in een jaar. Meer dan 54 culturele centra van de 76 die het Ministerie van Cultuur telt, zijn vernietigd. Ook Gaza’s musea, openbare bibliotheken en parken zijn niet gespaard gebleven. Geen plek en geen mens zijn ontzien. 

De reacties na 7 oktober 2023 waren uiteraard verwarrend en frustrerend. De wereld – en zelfs sommige van onze vrienden die altijd voorvechters waren geweest van de Palestijnse zaak – had tijd nodig alvorens hun stem te laten horen. Eerst moesten we in duizendtallen afgeslacht worden. Veel culturele centra, vooral in Europa en de Verenigde Staten, deden alsof de Israëlische bezetting in Palestina niet bestond, en dat het hele conflict in oktober 2023 was begonnen. Dus bovenop deze nieuwe verschrikking moesten we ook nog eens terug de geschiedenis in om onze vrienden en vijanden eraan te herinneren dat de genocide op het Palestijnse volk gestart was samen met de oprichting van de staat Israël. De laatste maanden hebben we verschillende statements gezien van Europese culturele instellingen, die naar de brutale bezetting van ons land verwijzen als een “conflict”, en die hopeloos falen om de strijd van ons volk te kaderen in de juiste historische context.

Gaza Stad, 2020. Al Qattan Center for Children. Boekenrekken en boeken werden gebruikt ter verwarming wegens gebrek aan brandstof tijdens de oorlog. De ruimte deed dienst als een opvangcentrum voor tientallen Gazaanse families. (c) Fatin Farhat

Daarbovenop werden verschillende van onze vrienden, collega’s en andere mensen in de cultuursector en erbuiten gecanceld of gecensureerd. Men probeerde ons het zwijgen op te leggen en er werd ons, slachtoffers van decennia van genocide, gevraagd begrip en geduld op te brengen. Schandelijk was het – en dat is het nog steeds. Ik zat in mijn woonkamer in Ramallah en keek naar het nieuws. Woorden schoten tekort wanneer ik terugdacht aan alle initiatieven die ik had zien ontstaan naar aanleiding van de Russisch-Oekraïense oorlog, als steun aan de Oekraïeners. Ik herinnerde me alle initiatieven om Russische kunstenaars van belangrijke instellingen wereldwijd te sanctioneren. Tegelijkertijd ontbond het Westen een heksenjacht tegen BDS, één van Palestina’s meest pacifistische verzetsinstrumenten, en werden de protesten van universiteitsstudenten in de Verenigde Staten en elders gedemoniseerd.

De reactie aan de kant van de onafhankelijke culturele sector was anders, maar werd deels beperkt door gebrek aan middelen – niet door een gebrek aan goodwill langs hun kant. Enkele maanden na het begin van de genocide zochten verschillende organisaties, waaronder Action for Hope, Ettijahat for Independent Culture, The Cultural Resource, AFAC en Aflamuna, … contact. Hun belangrijkste doel was om de veerkracht, de veiligheid en het welzijn van kunstenaars in Gaza te ondersteunen. Hoewel er nu ruimte is om sommige artistieke initiatieven te versterken, is de heropbouw van Gaza’s vernietigde culturele erfgoed en infrastructuur een enorme opdracht, en op dit moment geen prioriteit.

Aan de basis van het werk ter ondersteuning van veel Gazaanse kunstenaars ligt het respect voor hun eigen keuze: je ondersteunt de veerkracht van zij die willen blijven en helpt de mensen die weg willen uit de Gazastrook. Vandaag, en voor de overgang in Rafah werd afgesloten door de Israëlische bezetter, zijn tientallen kunstenaars, vormgevers, content creators en architecten erin geslaagd naar Egypte te vluchten. Maar de wereld beschouwt de zorg voor deze artiesten als een last. Een pijnlijk verschil met de vlucht van Syrische kunstenaars naar Europa, na de opstand van 2011. Veel culturele centra en geldschieters wilden de Syrische makers toen maar al te graag steunen, het tegenovergestelde van wat we vandaag met Gaza zien: de deuren blijven gesloten.

Gaza Stad, 2020. Shababeek Gallery. De galerie werd een paar maand geleden met de grond gelijk gemaakt. (c)Fatin Farhat

Vandaag, een jaar na de start van de genocide, klinkt de roep om een staakt-het-vuren oud. De situatie in de Gazastrook blijft hartverscheurend, de aanvallen tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever worden verder opgedreven. Enkele weken geleden startte de “Gazatie” van Libanon door de Israëlische bezetter. In bijna twee weken tijd zijn meer dan 2000 Libanezen gedood bij luchtaanvallen, en zijn dorpen in het hele land gebombardeerd. Beiroet wordt zowat elke nacht aangevallen, en meer dan een miljoen Libanese burgers zijn op de vlucht. Het is te vroeg om iets te zeggen over de schaal van de impact op de cultuur en het erfgoed van het land. Op dit moment wensen we onze vrienden en collega’s daar veiligheid toe, en alle sterkte temidden deze waanzin. 

Dus, wat doen we nu? Business as usal? Dat zal niet lukken. Onze geldschieters en partners waren de eersten om ons sancties op te leggen en zich terug te trekken. De geëscaleerde situatie legde de kwetsbaarheid van onze instellingen bloot, en hun afhankelijkheid van externe hulp. Hoe bevrijden we onszelf? Kunnen we dat? Kan ons werk ons genezen van dit trauma, als individuen en als gemeenschap? En hoe doen we dat zonder onze integriteit aan te tasten? Moeten we eerst herstellen, voor we terug met onze gemeenschappen aan de slag kunnen? Moeten we blijven creëren en tentoonstellen in de wereld? Terug naar de jaren 1970, toen alles wat we maakten over Palestina ging? Welke verwachtingen stellen culturele instellingen wereldwijd ons vandaag? Welke beelden willen ze dat we verspreiden en tentoonstellen? En wat willen we zelf? Hoe geven we vorm aan onze relatie met de wereld na de genocide? Hoe gaan we om met de wereld vanaf nu – met de mensen die aan onze zijde stonden en met hen die dat niet deden? Het zijn maar enkele vragen die Palestijnse kunstenaars en cultuurwerkers zich stellen.

En tegelijkertijd: wat kan jij doen wanneer wij trachten te herstellen? Blijf onze zaak bepleiten, vertolk onze stem in je gemeenschappen. Organiseer meer programma’s om makers op de vlucht te ondersteunen. Help bouwen aan initiatieven om kunstenaars te versterken die in de Gazastrook willen blijven. Versterk de samenwerking met Palestijnse culturele organisaties in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Schrijf over ons, activeer je sociale netwerk. Elke actie, hoe klein ook, maakt een verschil.

Waarom heb je het paard alleen gelaten?

Als gezelschap voor het huis, want huizen sterven als de bewoners er niet zijn.

Mahmoud Darwish

Biografie Fatin Farhat

Fatin Farhat is een PhD-onderzoeker in cultuurbeleid aan de universiteit van Hildesheim. Ze is ook facilitator van de Task Force voor cultuurbeleid in Palestina. Farhat heeft ontzettend veel ervaring in culturele ontwikkeling en het beheer van culturele en artistieke programma’s. Ze was directeur van de afdeling culturele en sociale zaken van de gemeente Ramallah en ook directeur van het Khalil Al Sakakini Cultural Center. Ze heeft actief bijgedragen aan de ontwikkeling en oprichting van talrijke culturele initiatieven en centra in Palestina en in de Zuid-Mediterrane regio. Ze is een sterke lobbyiste voor de decentralisatie van kunst en culturele praktijken, en voor de promotie van culturele ontwikkeling als integraal onderdeel van het mandaat van de lokale overheid in Palestina. Ze is betrokken geweest bij een reeks culturele onderzoeks-, inventarisatie- en evaluatieprojecten en interventies met vele regionale en internationale organisaties. Farhat is lid van de Expert Facility voor de implementatie van de UNESCO Conventie van 2005 over de bescherming en promotie van de diversiteit van culturele uitingen.