Ruimte voor Kunst – case #13: Cinemaximiliaan

(c) David Ducon

Op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis in 2015 vormde het Maximiliaanpark in Brussel een geïmproviseerd kamp waar duizenden mensen noodgedwongen verbleven omdat er voor hen geen officiële opvangmogelijkheden waren. Het was ook het begin van een stroom aan burgerinitiatieven die ondersteuning boden in de vorm van materiaal, voeding en logement.

Gwendolyn Lootens en Gawan Fagard, twee burgers met een passie voor kunst en film, besloten om avondlijke verstrooiing te brengen. Ze trokken met een projector en een oprolscherm naar het park en begonnen er met dagelijkse filmvertoningen. Al snel organiseerden ze ook filmvertoningen in asielcentra. Het initiatief groeide razendsnel dankzij het engagement van heel wat vrijwilligers, onder wie vele nieuwkomers.

Vandaag is Cinemaximiliaan een heuse sociaal-culturele organisatie met een vaste uitvalsbasis in Molenbeek. Er worden niet alleen films vertoond maar ook gemaakt. Er zijn samenwerkingen met filmfestivals, buitenlandse cineasten en tal van kunstenorganisaties. Nieuwkomers komen letterlijk thuis in Cinemaximiliaan – als bezoeker, host, vrijwilliger, stagiair, filmmaker of huisbewaarder.

Wat begon in een klein appartement, groeide uit tot een projecthuis met naast de leefruimte onder meer een vertoningsruimte, kantoren en accommodatie. De weg naar het verwerven van het projecthuis was er een met veel obstakels en een paar doodlopende straten maar ook een van bijzondere allianties tussen burgers, privé-investeerders en overheid, en cruciale hulp in de vorm van expertise uit onverwachte hoeken.

(c) David Ducon

Waar is de keuken?

Nieuwkomers een thuis weg van huis bieden, is eigenlijk de essentie van Cinemaximilliaan. Het loopt als een rode draad doorheen de geschiedenis van de organisatie en doorheen de werking. Een thuis vraagt natuurlijk om een huis. In het begin was de werking nomadisch en kwamen mensen samen in het appartement van Gwendolyn en Gawan.

Gwendolyn:“Het was zo bijzonder om niet alleen evenementen met nieuwkomers te doen, maar om hen ook uit te nodigen om te blijven slapen. Zo zaten we dan samen aan het ontbijt ‘s morgens en praatten we over allerlei diepe dingen.”

De werking groeide en het appartement werd al snel te klein. Intussen waren de oprichters deeltijds aan de slag voor Cinemaximiliaan via projectsubsidies. Ze droomden ervan om de huiselijke ontvangst te kunnen uitbreiden. Samen met nieuwkomers begonnen ze rond te kijken naar mogelijke locaties. Gwendolyn: “We bezochten atelierruimtes en industriële panden, maar telkens vroegen onze gasten: maar waar is de keuken? Waar kunnen we gezellig samen zitten?”

We bezochten atelierruimtes en industriële panden, maar telkens vroegen onze gasten: maar waar is de keuken? Waar kunnen we gezellig samen zitten?

Op een bepaald moment kwamen Gwendolyn en Gawan op het idee om eens te zoeken op Immoweb. Er kwam een woning tevoorschijn met een voor- en achterhuis. In het voorhuis zaten appartementen, het achterhuis was apart te huur. Gawan: “Het zag er geweldig uit, we zochten contact met de eigenaar, het was een architect van Marokkaanse origine. Hij had het huis gebouwd met het oog op gemeenschappelijk wonen. Hij was intussen met zijn gezin naar het buitenland verhuisd. Zijn hart smolt voor ons project. Hij zei: dit is de beste invulling van mijn huis.”

Financieel was het een spannende stap voor een kleine vzw zonder werkingsmiddelen. Samen met de raad van bestuur werd beslist: Cinemaximiliaan legt de helft van de huur op tafel, Gwendolyn en Gawan leggen voor de andere helft hun privéhuurmiddelen ernaast.

Vastgoedalarm

Met de nieuwe infrastructuur bloeide de organisatie op. In het achterhuis zat een open ruimte met plek voor zestig personen. Daarboven waren gezellige slaapkamers. Vele deelnemers bleven overnachten rond activiteiten, omdat ze bijvoorbeeld niet op tijd terug raakten naar het opvangcentrum of omdat ze in een overgang zaten tussen verschillende opvangsituaties. Nieuwkomers waren er evengoed gasten als gastheren en het geheel zoemde als een bijenkorf.

Gwendolyn: “Op een doorsneedag waren er mensen in de ene ruimte aan het opnemen, terwijl anderen in de keuken aan het koken waren. In de kelder werd er intussen gemonteerd, terwijl er boven iemand aan het bidden was en een groepje in de kamer ernaast bezig was met de communicatie voor te bereiden voor het volgende event.”

Alles ging goed tot ineens bleek dat het huis te koop kwam; voor- én achterhuis. Gawan: “Wij gingen in alarmmodus. We hadden geen ervaring met vastgoed of aankoopconstructies. We vroegen aan de eigenaar om ons zes maanden de tijd te geven om een piste voor aankoop te zoeken.”

Op dat moment bleek het netwerk dat de oprichters met Cinemaximiliaan hadden uitgebouwd, een enorme troef. Zo was er een jurist uit de vastgoedwereld die aan boord kwam met technische en legale expertise. Ook verschillende vrijwillige experten en enkele bestuurders zetten vanuit hun kennis en netwerk de schouders onder de aankooppistes.

Zonder deze samenwerking vanuit verschillende sectoren was het projecthuis er vandaag niet geweest. Ook het netwerk binnen de kunsten bleek erg waardevol. Dat netwerk reikte tot onder meer tot Wiels en Museum Dhondt Dhaenens, organisaties die goede banden hadden met kunstverzamelaars, en die graag hun netwerk aanspraken om te helpen in de zoektocht van Cinemaximiliaan.

Zonder samenwerking vanuit verschillende sectoren was het projecthuis er vandaag niet geweest.

Meerdere scenario’s werden parallel open gehouden, zo werden er ook pistes verkend met de Koning Boudewijnstichting en plannen getekend om een coöperatieve op te richten. Dat laatste werd weer afgeblazen, het bleek te complex om te organiseren voor Cinemaximiliaan. De piste om met de Koning Boudewijnstichting aan fondsenwerving te doen om het gebouw te kopen ging uiteindelijk ook niet door, wel ontstond er uit die piste een fonds voor een vriendenvereniging.

Krachten bundelen

Na meer dan negen maanden netwerken uitbouwen, contacten leggen en plannen maken, legden uiteindelijk drie welgestelde families vanuit filantropische overwegingen de middelen op tafel om samen het voorhuis aan te kopen en ter beschikking te stellen van Cinemaximiliaan. Er was geen sprake van instrumentalisering zoals wel vaker is gezien in Brussel: kunstenaars en bewoners die in een eerste fase worden betrokken om op die manier de buurt op te waarderen en die er geen betaalbare plek meer vinden eens dat gebeurd is. Hier gaat het om een duurzame aanpak. Gwendolyn: “We organiseerden home-screenings bij deze families, ze waren erg geïnteresseerd in onze werking en wilden die graag ondersteunen.”

Er werd een contract opgemaakt waarbij werd afgesproken dat de nieuwe eigenaars een deel van de renovaties zouden bekostigen en dat Cinemaximiliaan daarnaast ook voor een deel van de middelen zou zorgen via renovatiesubsidies. Cinemaximiliaan betaalt vandaag enkel de kosten van de onroerende voorheffing en zal, eens de renovatiewerken er op zitten, een kleine huursom betalen – 1% van de rendementskost. Daarnaast neemt Cinemaximiliaan de opvolging van de renovatiewerken op zich. Er werd garantie gegeven dat de organisatie tot minstens 2035 het pand kan blijven gebruiken. 

Gawan: “Het feit dat we vanaf dan het voorhuis hadden, wekte vertrouwen bij het Brussels Gewest om het achterhuis aan te kopen met middelen uit het Wijkcontract Heyvaert en gaf aan Brusselse overheden (waaronder VGC en Brusselfonds) een zetje om verbouwingssubsidies toe te kennen voor het voorhuis.” Net zoals bij de voorbouw zou Cinemaximiliaan het achterhuis kunnen huren voor een lage prijs en een lange duur. Er is verder een afspraak dat de panden ook na 2035 beschikbaar blijven voor Cinemaximiliaan als de werking blijft bestaan.

Films en professionele kansen

Gwendolyn en Gawan hebben ondertussen de fakkel overgedragen, al blijven ze de organisatie warm in het hart dragen en met overgave nauwe banden onderhouden met veel nieuwkomers. Annabelle Van Nieuwenhuyse trad in december 2021 aan als coördinator van Cinemaximiliaan. Ze vertelt vol bewondering over het indrukwekkend parcours dat Gwendolyn en Gawan hebben afgelegd. “In het begin lag de focus op het vertonen van films, vrij snel echter gingen ze ook zelf films maken met nieuwkomers.

Sommige nieuwkomers gingen mee de kern van de organisatie vormen. Lubnan Al Wazny bijvoorbeeld. Hij is een van de mensen die er van in het prille begin in het Maximiliaanpark bij was. Gwendolyn maakte samen met Lubnan een langspeelfilm me miss me over het traject dat hij doorspartelde om officieel in België te kunnen wonen. Het is een film geworden die op veel plekken is vertoond. Lubnan is vandaag nog steeds huisbewaarder van het projecthuis van Cinemaximiliaan. 

Het brengen van verhalen van nieuwkomers is natuurlijk erg belangrijk, tegelijk brengt het creëren van films ook kansen op ontwikkeling en professionele oriëntatie. Annabelle: “Wat wij zien is dat er onderweg sprake is van heel veel ‘informal learning’, wat ontzettend waardevol is. De filmprojecten brengen inspiratie en kracht voor iedereen die betrokken is. Als je een film wil maken, heb je een gans team nodig met een waaier aan capaciteiten. Je kan dus heel wat mensen aan de slag brengen vanuit een mix aan talenten.”

Intussen zijn er mede dankzij de niet aflatende inzet van filmproductiecoördinator en cameraman Diren Agbaba op die manier 14 kortfilms en een langspeelfilm geproduceerd. Ze worden vertoond op filmavonden van Cinemaximiliaan, in film- en kunsthuizen en op filmfestivals. Zo gingen een aantal films in première op prestigieuze festivals zoals Film Fest Gent, Kunstenfestivaldesarts, MOOOV of Sarajevo Film Festival.

Bij de artistieke projecten van Cinemaximiliaan is het altijd de vooropstelling dat nieuwkomers zoveel mogelijk kunnen betrokken worden, op verschillende niveaus. Annabelle: “Op dit moment zijn we bezig met een tweede stille film die zal begeleid worden door een live orkest. De eerste productie was een bestaande film, maar nu hebben we zelf een reeks stille kortfilms gemaakt. Voor ons is het de bedoeling dat het orkest van voornamelijk nieuwkomers, ook mee op tournee gaat.”

Partnerschappen zijn de sleutel, zegt Annabelle. “We gaan samenwerkingen aan met organisaties die de meerwaarde zien van het werken met nieuwkomers, voor wie deze uitwisselingen een bron van inspiratie zijn voor hun eigen team en artiesten. Door partnerschappen met artistieke huizen aan te gaan kunnen we onze mensen betrekken voor allerlei functies, van zelf op de planken staan tot tentoonstellingen opbouwen of catering doen.”

Door partnerschappen met artistieke huizen aan te gaan, kunnen we onze mensen betrekken voor allerlei functies, van zelf op de planken staan tot tentoonstellingen opbouwen of catering doen.

Gedeelde ruimte

Het creërende en het sociale loopt voortdurend door elkaar heen bij Cinemaximiliaan en beide aspecten zijn gelijkwaardig aan elkaar. Het is dus niet zo dat het sociale ten dienste staat van het artistieke of omgekeerd. Vandaag trekt Cinemaximiliaan nog steeds regelmatig naar asielcentra om films te vertonen. “Het is voor ons een manier om mensen uit te nodigen om bij ons op bezoek te komen en deel te nemen aan workshops of activiteiten.”

Eigenlijk is dat de essentie van wat Cinemaximiliaan doet. “Mensen die zitten te wachten en te wachten en die wel tijdelijk bed, bad en brood hebben, maar die geen enkele mentale kracht kunnen halen uit hun situatie, die zich qua identiteit nutteloos voelen en geen netwerk hebben, die mensen proberen wij een houvast te bieden door onze activiteiten in ons projecthuis.”

Het parcours van Cinemaximiliaan is er een van gedeelde ruimtes waar naast thuiskomen ook volop culturele uitwisselingen ontstaan. Dat was al zo in het appartement van Gwendolyn en Gawan en in de andere huiskamers waar films vertoond werden, dat is vandaag nog steeds zo via de samenkomsten in de asielcentra en het projecthuis waarin intussen ook filmprofessionals mee in die gedeelde ruimte zitten.

De vele samenwerkingen die Cinemaximiliaan aangaat, brengen hierin verbinding en netwerk. Annabelle: “Het voorbije jaar bijvoorbeeld, werkten we samen met onder meer Muntpunt, Kanaal Centre Pompidou, Ultima Vez, Passa Porta, Erasmus Hogeschool en VUB. En eens het voorhuis verbouwd is, zijn er plannen om ruimte aan te bieden voor structurele artiestenresidenties, er staan samenwerkingen in de steigers met onder andere Charleroi Danse en Recyclart. Het idee is dat er naast mensen die tijdelijk onderdak nodig hebben in overgangssituaties, ook kunstenaars in residentie zijn die aan hun projecten werken en dat er volop informele ontmoeting en uitwisseling kan zijn.

Toekomst

Het voorhuis zit momenteel in volle verbouwing. Het plan is dat het gelijkvloers een gemeenschappelijke woonruimte wordt met een keuken en een coworking plek. Boven komen er kamers voor logement. “We proberen de renovaties in de lijn te leggen van de activiteiten die we doen. Ontmoeting staat voorop, vandaar de gemeenschappelijke kookruimte.”

Annabelle windt er geen doekjes om: het was een pittig jaar voor de organisatie. Terugveren na de covidcrisis, middelen voor de werking bestendigen in een tijd dat de kosten op zo goed als alle vlak stijgen en tegelijk verbouwingen coördineren, het is een hele boterham voor een kernteam van drie.

Het opvolgen van de renovaties brengt bovendien behoorlijk wat stress mee voor het kleine team. Zo ging de bouwaannemer failliet net toen ze samen in zee wilden gaan en moesten ze ook al op zoek naar een nieuw architectenbureau. “Maar,” zegt Annabelle, “het feit dat het gebouw er is als een stabiele factor op lange termijn, is van goudwaarde voor onze organisatie.”

Benieuwd of Annabelle nog aanbevelingen heeft voor de overheid vanuit haar ervaringen. “De dossierinspanningen die je moet leveren als kleine organisatie zijn niet in balans met de middelen die je kan krijgen. Absurd toch wel, om een Vlaamse cultuurprijs te winnen en tegelijk zo te moeten knokken om bestaansmiddelen.” 

De dossierinspanningen die je moet leveren als kleine organisatie zijn niet in balans met de middelen die je kan krijgen. Absurd toch wel, om een cultuurprijs te winnen en tegelijk zo te moeten knokken om bestaansmiddelen.

Als Annabelle twintig jaar vooruit kon springen in de tijd, wat hoopt ze dan te zien voor Cinemaximiliaan? “Ik zou het super vinden dat Cinemaximiliaan een model kan zijn met gelijkaardige organisaties in alle provincies. Dat je niet alleen jeugd- en cultuurhuizen hebt, maar ook plekken waar nieuwkomers elkaar en anderen kunnen ontmoeten rond een artistiek of cultureel project. Het zou ook mooi zijn om op elk niveau van de organisaties mensen te hebben zitten met een migratieachtergrond. Dat niet alleen de leden nieuwkomers zijn, maar ook de directieleden bijvoorbeeld.”

Annabelle slaat enthousiast op tafel. “Maar het allerbelangrijkste is misschien wel dat de esprit van Cinemaximiliaan wijdverspreid wordt, namelijk dat je niet moet wachten om feest te vieren tot je je goed voelt en alles in je leven geregeld is.” Voor veel nieuwkomers is het een bikkelharde dagelijkse strijd, velen van hen kampen met angsten en depressie. Maar als er ontmoeting en samenwerking is, is het feest en kan je eventjes je lasten vergeten en voluit ademen.

Annabelle doet hier graag nog een oproep:

“Als er een organisatie in culturele of kunstenveld is, die aansluiting vindt bij de missie van Cinemaximiliaan en die graag mee de schouders zet onder de verbouwingswerken en later de invulling van het voorhuis, dan steken we graag de koppen samen om pistes voor samenwerking te verkennen.” 

Over Gwendolyn Lootens, Gawan Fagard en Annabelle Van Nieuwenhuyse

Beeldend kunstenaar/filmmaker Gwendolyn Lootens en filmhistoricus/schrijver Gawan Fagard zijn levenspartners. Cinemaximiliaan ontstond oorspronkelijk vanuit hun initiatief als burgers en groeide uit tot een socio culturele organisatie met een vaste stek in de Manchesterstraat in Brussel. Annabelle Van Nieuwenhuyse was een van de eerste schermgezichten van Ketnet. Later werkte ze ook voor onder meer VT4, Radio1 en fm brussel. Sinds december 2021 is ze de coördinator van Cinemaximiliaan. 

Cinemaximiliaan begon in 2015 met informele filmprojecties in het Maximiliaanpark. In 2016 werd het een officiële organisatie en kreeg Cinemaximiliaan ook ineens de cultuurprijs voor sociaal-cultureel volwassenenwerk. De middelen voor de vzw komen op dit moment uit Impulsfonds Polsslag, het Vlaams Audiovisueel Fonds (publiekwerking), de Vlaamse Gemeenschapscommissie en Imago Brussel.

Je leest: Ruimte voor Kunst – case #13: Cinemaximiliaan