Re/set: ‘out of the box’ exploreren met digitale media
We vinden vandaag heel wat inspirerende initiatieven in de kunsten. Veel van deze ideeën kunnen we meenemen na de lockdown. Zo komt er omwille van de coronacrisis een dertig jaar oude discussie in een stroomversnelling over de inzet van digitale media. Vertaal je het bestaande werk in een nieuw medium? Of worden de nieuwe mogelijkheden voor creatie en publiek maken geëxploreerd?
Het zijn klassieke discussies bij de intrede van een nieuw medium: de fotografie zou in de 19de eeuw de schilderkunst verdringen, de eerste films leken op gefilmd theater, etc. Zo’n dertig jaar geleden experimenteerden sommige kunstenaars met computer en internet. Vandaag komt élke kunstenaar en organisatie met die vragen en mogelijkheden in aanraking.
We schreven er al meerdere keren over in onze vorige re/set artikels: theaterregisseurs maken een film in plaats van camera’s op het podium te zetten, kunstenaars gaan aan de slag met radio, of maken een theaterreeks voor Whatsapp, of zelfs een live digitale voorstelling waar je van thuis uit aan kan deelnemen. Al deze nieuwe vormen staan naast de evenzeer waardevolle captaties en het initiatief podium 19. Hoe gaan musea en tentoonstellingsmakers om met deze vragen?
Wat kan een fysiek/digitaal museum inhouden?
De 360° virtuele wandeling door musea en de mogelijkheden van onderling verbinden en verrijken door contextmateriaal zijn belangrijk voor de musea. Collecties en tentoonstellingen kunnen wereldwijd circuleren zonder te reizen, en stukken die zich op verschillende plekken bevinden kan je digitaal samenbrengen. Toch blijven de specifieke mogelijkheden van de digitale ruimte onderbelicht, en het vraagt een ‘out of the box’ omgang om die te exploreren. Dat thema kwam ook aan bod tijdens MDD talk#3 ‘Naar een phygital museum’, met Frederik De Wilde (kunstenaar), Axel Clissen (architect) en Marjan Doom (directeur Gents Universiteitsmuseum).
Virtuele ruimtes zijn vaak kopieën van bestaande museale ruimtes. Maar virtuele ruimtes hoeven niet statisch te zijn; je kan er een gepersonaliseerde, interactieve en immersieve beleving mee nastreven. Men spreekt over ‘digital natives’, originele digitale ruimtes die gebaseerd zijn op de game software SGI en waar scenografie en storytelling een belangrijke rol spelen. Er zijn eindeloos veel mogelijkheden met die veelheid aan data van collecties, het instituut en de bezoekers, en de mogelijkheden van automatisering en Artificial Intelligence (AI). Tekst, beeld en geluid worden geïntegreerd, en deze ruimtes gaan ook een relatie aan met een fysieke ervaring in een tentoonstellingsruimte.
Je kan je vragen stellen bij de sterke focus op de individuele ervaring in een virtuele ruimte, terwijl cultuur bij uitstek gemaakt, beleefd en geïnterpreteerd wordt tussen mensen, in gemeenschappen. Daarom wordt er ook gewerkt met multiplayer, zodat mensen uit verschillende fysieke locaties samen een virtuele plek bezoeken. De tentoonstelling Me, Family: Portrait of a Young Planet in MUDAM (Luxemburg) was een mooi voorbeeld van een digitale tentoonstelling in een ruimte die daarvoor ontworpen werd en met mogelijkheden tot interactie onder bezoekers.
Er komen ook vragen over het gesloten en geprogrammeerde karakter van zo’n virtuele ruimtes, de hoogdrempeligheid ervan en de tendens om enkel hoogtepunten uit collecties te celebreren. Kunst- en cultuurinstellingen stellen zich vandaag vragen over wat er in een collectie zit en wat niet en waarom, en hoe we kunst steeds opnieuw kunnen waarderen met diverse bezoekers door er actief mee om te gaan. Digitale media kunnen die verbinding en dat tweerichtingsverkeer waarmaken met een open aanpak: verbinden van collecties met communities en een diverser publiek, ook minder mobiele mensen. Gebruik maken van verschillende media zoals beeld, tekst en geluid waardoor mensen die anders gebruik maken van hun zintuigen (zien, horen en voelen) ook voluit deelnemen. Ook immateriële of efemere kunstwerken kunnen ermee ontsloten worden. Omdat een ruimtelijke en fysieke ervaring belangrijk blijft wordt het beste van beide (digitaal en fysiek) verbonden.
De tentoonstelling Activating Captions in ARGOS is hoofdzakelijk digitaal en neemt de vertaling van het ene medium in het andere als uitgangspunt. Het werk stelt daarmee vragen over de dominantie van het beeld op geluid en tekst, en hoe de omkering van die verhouding andere zintuigen prikkelt en andere betekenislagen stimuleert.
Future performance formats voor klassieke muziek
Ook binnen andere kunstdisciplines worden deze vragen gesteld. Tijdens het Symposium Towards 2040: Creating Classical Music Futures werd er een hele sessie gewijd aan “Future Performance Formats” en “Future Performances and the Senses”. Tijdens de eerste sessie werd door Noga Rachel Chelouche van de Tel-Aviv University in Israel de vraag gesteld hoe klassieke muziek, samen met beeldende kunst, een innovatieve manier van luisteren in het digitale medium kan mogelijk maken. Maar het vergt een grote inspanning van de presenterende instellingen om die mogelijkheden ook daadwerkelijk waar te maken. Botst de kunstenaar op de grenzen van het instituut? In de tweede sessie deed Nina Kümin van de York University in het Verenigd Koninkrijk een oproep om ruimte te laten voor improvisatie, in haar presentatie “Performing the future: an improvisation”. Maar improvisatie botst ook hier weer op de beperkingen van wat een kunstinstelling kan bieden als presentatieplatform.
Leren ‘out of the box‘ werken
De exploratie en omarming van digitale mogelijkheden vraagt voor kunstinstellingen extra middelen en kennis en een andere rol van de programmator of curator. Cultuurconnect heeft hiervoor Art@Home opgezet, een onderzoeksproject dat cultuur- en gemeenschapscentra de kans wil geven om een digitaal artistiek aanbod te brengen naar hun publiek. Het gaat niet om live streaming of om captaties van fysieke voorstellingen maar om digitaal artistieke content die ontwikkeld word voor het digitale medium. Het platform onderzoekt de interactiemogelijkheden voor programmatoren, artiesten en publiek. De mogelijkheden voor interactiviteit en gamification worden onderzocht. Ook Virtueel Podium gaat over korte producties gemaakt voor digitale media.
Toekomst
Tenslotte start alles met de kunstenaars die met en in deze media creëren. Er wordt al meer dan 30 jaar kunst gemaakt met digitale media. Hoe worden hun werken gepresenteerd en aangekocht? Door met die kunstenaars te werken komen er automatisch moeilijke vragen naar boven over de ruimtes en context die nodig zijn om kunst en publiek te bemiddelen. En komen er bijvoorbeeld ook vragen naar boven over de conservatie ervan.