Herbekijk ons publiek gesprek over de vrijheid van meningsuiting in de kunsten

Maya Strobbe

De voorbije jaren zien we in Europa, en bij gelegenheid ook in Vlaanderen, dat het vrij spreken van kunstenaars en kunstorganisaties onder druk komt te staan. En ook al heeft die druk geen juridische grond, ze kan wel impact hebben. Occasioneel wordt financiering in vraag gesteld, soms worden kunstenaars presentatiekansen ontnomen.

Op 31 mei organiseerde Kunstenpunt in het kader van Kunstenfestivaldesarts een publiek gesprek over de zeggings- en de daadkracht van het kunstenveld wanneer het gaat over onderwerpen van politiek-maatschappelijke aard. Wie gaat hier op welke manier mee om? Zijn er grenzen aan onze vrijheid van meningsuiting, en zo ja welke? En zoniet, wat is er nodig om ervoor te zorgen dat dat in de toekomst niet verandert?

Moderator Mary Ann DeVlieg legde deze vragen voor aan vier collega’s uit de sector: Tom Bonte (Ancienne Belgique), Kasia Redzisz (Kanal), Maria Dogahe (Kaaitheater, Caddy) en Bill Dietz (Overtoon). Keynote opener van de avond was Yazan Khalili.

Herbekijk hier het volledige gesprek, lees de transcriptie of verdiep je in de samenvatting.

Bekijk het volledige gesprek

in het Engels met Nederlandse of Engelse ondertiteling (via de optie ‘CC/Subtitles’ onderaan de video)

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Deel 1 – publiek gesprek: vrijheid van meningsuiting in de kunsten · Bekijk in de videozone

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Deel 2 – publiek gesprek: vrijheid van meningsuiting in de kunsten · Bekijk in de videozone

Samenvatting

In 2024 trekt bijna de helft van de wereldbevolking naar de stembus. Dit in een periode waarin migranten, mensen die niet cisgender zijn, zij die zorgbehoevend zijn of op sociaal-economisch vlak on(der)geprivilegieerd zijn steeds meer onder druk staan. Intussen blijft het geweld dat Israël in Gaza pleegt aanhouden, ondanks wereldwijde protesten. 

Dit gesprek bekijkt welke rol mensen en structuren uit het kunstenveld hierin te spelen hebben. We hebben allemaal vrijheid van meningsuiting en handelen. Toch blijkt het in het Westen niet evident om je als kunstorganisatie uit te spreken over Palestina, en komt die vrijheid onder politieke druk te staan. Hoe gaan we daarmee om? (Hoe) beschermen kunstenorganisaties hun kunstenaars, hun medewerkers en zichzelf?

Moderator Mary Ann DeVlieg maakt duidelijk welke grenzen er bestaan aan de vrijheid van meningsuiting als universeel mensenrecht. Je mag niet oproepen tot haat of geweld, tot discriminatie of tot genocide. Keynote spreker Yazan Khalili plaatst daar kritische kantlijnen bij: je stem en je boodschap moeten eerst gehoord en ernstig genomen worden, alvorens die beknot kan worden. In die zin bestaat universele ‘vrije meningsuiting’ eigenlijk niet. Hij krijgt bijval van Bill Dietz, die ons romantische idee van een publieke sfeer waar meningen en stemmen kunnen botsen onderuit haalt “want er blijven grote groepen mensen van uitgesloten”.

Politici weten dat vrijheid van meningsuiting (zoals juridisch omschreven) een quasi-absoluut recht is. In het Westen doet men niet aan proactieve censuur. Wel ziet Yazan Khalili vandaag steeds vaker onrechtstreekse censuur, waarbij men dreigt met het terugschroeven van publieke middelen als organisaties zogenaamd onwenselijke statements maken. Dat is gevaarlijk, en leidt onvermijdelijk tot meer zelfcensuur. 

En als ieder individu voor zijn of haar mening mag uitkomen, hoe zit dat dan met organisaties? Zeker grote instellingen zijn per definitie meerkoppig en meerstemmig. Ze hebben teams, directieleden, bestuursleden en voorzitters. Het is belangrijk om duidelijk te maken wat het concreet betekent wanneer die organisaties ‘een mening hebben’, en wie die mening representeert. Vandaag worden daar steeds meer policies rond ontwikkeld. Tom Bonte, directeur van Ancienne Belgique, geeft in dat verband aan dat het vergroten van het (partij)politieke toezicht in de raden van bestuur van kunstorganisaties geen goed idee was. Het bemoeilijkt de vertolking van de – op zich al meerstemmige – mening van teams nog verder, en perkt ze zelfs in. Er moeten andere manieren bestaan om een open en constructief kanaal te onderhouden met het beleid.

Ook Kasia Redzisz, artistiek directeur van KANAL – Centre Pompidou in Brussel, vindt zulke inperkingen een groot probleem. Als publieke instelling sta je ten dienste van je publiek – of breder: van de bevolking. Dat betekent dat je niet in een vacuüm werkt. Onvermijdelijk moet je je – liefst actief – verhouden tot de belangrijke maatschappelijke en politieke vraagstukken van de tijd, en tot de diversiteit aan perspectieven hierover bij je team en je publiek. 

Maria Dogahe van Kaaitheater en Caddy for Palestine stipt aan dat het niet enkel gaat over wat je mag en kunt zeggen, maar ook over wat je kunt doen. Instellingen beschikken over mensen, infrastructuur, netwerk en middelen. Er is altijd iets wat ze kunnen bijdragen, er zijn altijd middelen om te queeren (in de betekenis die Sara Ahmed eraan geeft). Ze roept vooral grotere instellingen op om in gesprek te gaan met collectieven en verenigingen die acties voeren waar ze ook zelf achter staan, en samen met hen uit te zoeken hoe ze kunnen helpen. 

Je verschuilen achter het koloniaal concept van neutraliteit – koloniaal omdat het vooral het gemak van witte mensen in het Westen ten goede komt, en zich weinig aantrekt van de ellende van anderen – is diep oneerlijk en maakt je, in het geval van Gaza, de facto medeplichtig aan misdaden tegen de mensheid. Evenmin kunnen we ons nog verschuilen achter de vraag “wat we dan gaan doen voor Congo of voor Jemen”. Volgens Tom Bonte leidt dit tot verlamming van wie de handen uit de mouwen wil steken. Palestina staat intussen symbool voor alle onrecht in de wereld, dat idealiter stap voor stap wordt aangepakt, maar dat als geheel nooit verhinderend zou mogen werken. Maria Dogahe voegt toe dat de mensen die vandaag interesse uiten voor de problemen van Congo daar voorheen nooit over spraken. Bovendien slaan activisten vaak de handen in elkaar om elkaar te ondersteunen op verschillende fronten. Zo was Black Lives Matter sterk gelieerd met de #MeToo-beweging, waaraan zwarte vrouwen ten grondslag lagen. Ethics into action, in de brede en intersectionele betekenis, is een feministisch basisconcept, zegt Mary Ann DeVlieg.

Bij KANAL werkt Kasia Redzisz aan robuuste systemen om responsief en wendbaar te worden als organisatie. Structuren en systemen die stand houden, ook wanneer de context verandert en wanneer nieuwe crisissen opduiken. Dat ziet ze als een verantwoordelijkheid van instellingen vandaag, en als de enige manier waarop deze instellingen relevant kunnen blijven. In vergelijking met andere plaatsen waar ze werkte, mist ze hier bovendien een sectorgevoel, waarbij verschillende spelers uit het veld samen zoeken naar duurzame oplossingen voor de problemen van deze tijd. Daar moet dringend aan gewerkt worden, vindt ze. 

Download de transcriptie (in het Engels)

Je leest: Herbekijk ons publiek gesprek over de vrijheid van meningsuiting in de kunsten