De organisatie- en bestuursmodellen in de kunsten zijn vaak gebaseerd op artistieke excellentie. Ze houden uitsluitingsmechanismen, onderlinge competitie en ongelijkheden in stand.
Onder de noemen ‘Governance of the Possible’ doen enkele onderzoekers een oproep én een voorstel voor eerlijkere manieren van organiseren en besturen in de kunsten. Dat kan volgens hen door een nieuw paradigma te omarmen van gedeelde verantwoordelijkheid en collectieve actie voor rechtvaardigheid.
Dit artikel sluit aan bij het traject A Fair New World waarin Kunstenpunt op zoek gaat naar ideeën die onze nieuwe werkelijkheid fair en solidair vormgeven.
Deze tekst werd geschreven in het kader van RESHAPE, een onderzoeks- en ontwikkelingsproject (2018-2021) waarin kunstenaars, kunstprofessionals en organisaties op zoek gingen naar nieuwe organisatiemodellen en alternatieve manieren van werken in de kunsten.
Helga Baert (kunstwerker bij wp Zimmer uit België), Martin Schick (kunstenaar en activist uit Zwitserland) en Sam Trotman (coördinator Scottish Sculpture Workshop uit Schotland) ontwikkelden met “Governance Of The Possible (GOT)” een voorstel voor actie om tot eerlijkere bestuursmodellen te komen binnen de Europese kunsten.
Dit is een vertaalde en ingekorte versie van hun uitgebreide verslag dat je kan nalezen op de site reshape.network (in het Engels).
Nood aan erkenning en verandering
De cultuursector is – net als de westerse samenleving – gebouwd op principes van de uitbuiting van mens en natuur. De toegang tot cultuur is ongelijk verdeeld, het veld is erg competitief, vergoedingen worden alsmaar kleiner, van makers wordt permanente zichtbaarheid verwacht, enzovoort.
Ook de bestuurs- en organisatiestructuren in de kunsten zijn van die principes doordrongen, opgesteld om verantwoording af te leggen aan subsidiënten, financiers en bestuursraden eerder dan de artiesten en gemeenschappen die ze dienen.
Doorgaans dienen zij het concept van ‘artistieke uitmuntendheid’; een westers idee dat veel vormen van kunst uitsluit, individuele hypermobiliteit veronderstelt en enkel bereikbaar is voor wie kan reizen (visa), het juiste staatsburgerschap geniet, geen zorgtaken moet opnemen en/of financiële middelen heeft.
Hoe kunnen we deze praktijken ‘uitmuntend’ noemen als ze ongelijkheid in stand houden?
Veel van deze kwesties, zoals bijvoorbeeld de Black Lives Matter-beweging, de klimaatcrisis en de uitwassen van het neoliberalisme – worden aangekaart in artistieke programmaties. Er wordt evenwel weinig gezocht naar alternatieve structuren en beheersvormen, die échte verandering op gang kunnen trekken. Zijn er dan geen alternatieven denkbaar?
Een paradigmawissel, maar hoe?
‘Governance Of The Possible’ staat voor een drastisch heruitvinden van bestuursperspectieven en operationele logica’s.
Daarvoor moeten we vertrekken van eenparadigma, gebaseerd op een cultuur van gedeelde verantwoordelijkheid en collectieve actie voor het voortbestaan van al wat leeft, van vrijheid en van rechtvaardigheid.
In dit nieuwe paradigma kunnen eerlijkere manieren van samenwerken ontstaan met respect voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Met aandacht voor een breed scala aan wereldbeelden, ervaringen en perspectieven kunnen we werken aan nieuwe verhalen, gezamenlijke doelen en vormen van samenwerking zonder overmatige competitie.
We kijken naar manieren om de culturele sector te hervormen door te luisteren, een stap opzij te zetten en die stemmen centraal te stellen die in het huidige systeem worden gemarginaliseerd.
We onderzoeken vormen van organisatie en bestuur die meerstemmigheid laten bloeien en uitbuiting of toeëigening proberen te vermijden.
Dat betekent dat we niet langer streven naar artistieke uitmuntendheid waarmee subsidiënten en instellingen ons bestaansrecht beoordelen en honoreren; we zijn niet langer hypermobiel, streven niet naar het representeren van een natie en vermijden praktijken en processen waarbij we bondgenoten als rivalen moeten beschouwen.
GOTP stelt een wereld voor waarin zorgen zoals het gevecht voor banen of voor het voortbestaan van culturele organisaties wegvallen, wat ruimte schept om te herdenken.
GOTP is geen nieuw model, noch een heldere lijst met richtlijnen. Het is een oproep om uitsluitende mechanismen te erkennen, bloot te leggen en er komaf mee te maken.
GOTP experimenteert met relaties gebaseerd op vertrouwen. We beginnen bij de mensen rondom ons. We proberen hun behoeften te begrijpen. We observeren. We geloven in de transformerende kracht van deze dialogen en samenwerkingen, in het bouwen van een structuur op basis van de menselijke en niet-menselijke relaties die we onderhouden. Zo werken we naar een “magische” verbinding toe: met de wereld en met elkaar. Geen ‘fairness’ (eerlijkheid) in bestuur zonder ‘fairyness’ (feëriekheid)
Het doel is om samen een affectieve – in plaats van een effectieve – infrastructuur uit te bouwen.
Vragen om tot een collectief antwoord te komen
We roepen instellingen, kunstfinanciers, regeringen en kunstenaars op om deel te nemen aan een paradigmaverschuiving van het overleven van het individu naar het collectieve overleven van allen, geworteld in sociale rechtvaardigheid.
Onderstaande vragen kunnen daarbij een startpunt vormen voor het observeren, voelen, discussiëren en formuleren van een collectief antwoord.
Velen zijn
- Wie zijn ‘wij’?
- Hoe kunnen we meerdere stemmen horen en respecteren?
- Welke stemmen horen we en welke niet?
- Bouwen we aan (betere) relaties met de meer-dan-mensen-wereld?
- Waar en hoe komen we samen?
- Hoe worden beslissingen genomen?
- Hoe gaan we om met meningsverschillen?
- Hoe gaan we om met conflict?
- Kan conflict leiden tot een gedeeld begrip?
- Wat is het belang van collectief verschil maken?
- Hoe en waar kan verwantschap ontstaan?
Waarden delen
- Wat is de gemeenschappelijke basis waarop we bouwen?
- Welke waarden vinden we collectief belangrijk en waarom?
- Hoe kunnen we zorgen dat wij ons aan deze waarden houden??
- Wat als deze waarden niet tot de kern behoren van degenen met wie wij werken en connecteren?
- Hoe kunnen onze gedeelde waarden aanjager zijn voor affectieve bestuursmodellen?
- Spreken we onze waarden publiek uit?
- Wat gebeurt er als onze waarden verouderd raken?
Wortelen (‘rooting’) en verbinden
- Hoe integreren we onze context in ons bestuur?
- Hoe vormen we een integraal onderdeel van de plek waar we vertoeven?
- Hoe kunnen we verschillende globale perspectieven verwerken in lokale activiteiten?
- Kunnen we ecologisch verantwoorde doelen en acties centraal stellen?
- Hoe evalueren en hernieuwen we relaties?
- Hoe creëren we nieuwe netwerken buiten marktlogica en neokoloniale motieven om?
- Wie heeft een rechtstreekse stem in onze bestuursvorm?
- Wie zijn onze (andere) vrienden en bondgenoten in de samenleving?
- Wie zou er huilen als wij er niet meer zijn?
(Her)Bronnen
- Hoe kunnen we de structuren onderhouden waarin we leven, zodat zij ons onderhouden?
- Hoe kunnen we ons begrip en gebruik van de economie herdefiniëren?
- Hoe worden lokale energie, vaardigheden en kennis gewaardeerd?
- Kunnen we garanderen dat de collectieve (goede) wil niet geëxploiteerd wordt?
- Wanneer wordt gratis arbeid schadelijk voor het individu of de structuur?
- Hoe vergoeden we arbeid?
- Hoe zorgen we ervoor dat het verbruik niet groter is dan de beschikbare middelen – zowel lokaal als globaal?
- Doe je aan emoties?
- Kan je het echt aan?
Evaluatie
- Wie evalueert wie?
- Hoe lang duurt het om een ervaring te hebben?
- Hoe voelt het?
- Houd je het evenwicht tussen evaluatie en ruimte voor divergentie?
- Kun je een cultuur stimuleren die voortdurend aandacht heeft voor (collectieve) processen?
- Hoe meet je de verschuiving van effectief naar affectief?
- Hoe tellen we, wat tellen we, en moeten we echt tellen?
- Hoe vertellen we het (aan anderen)?
- Hoe bouwen we aan andere gedeelde verhaallijnen?
Fair(y)ness
- Hoe laten we magie ontstaan en bloeien?
- Hoe wordt overvloed eerlijk gedeeld?
- Hoe oneerlijk is het om voor iedereen hetzelfde te zijn?
- Wie/wat kunnen we vergelijken?
- Wat beschouwen we als arbeid en waarom?
- Hoe maak je geen aanspraak op geïndividualiseerd eigendom/cultureel kapitaal?
- Wat is de kost van verantwoordelijkheid?
- Hoe geef je richting aan collectiviteit?
- Hoe bespreek je privilege?
Ont-projecten
- Hoe kan je uitbreken uit de projectmentaliteit?
- Kunnen we verschuiven naar cyclussen, series en schaduwen?
- Hoe te werken binnen langere onderling verbonden logica’s?
- Hoe een levenslange (menselijke/planetaire) steun en zorg uitbouwen?
- Hoe omarmen we controleverlies?
- Waar zijn onze wilde plekken?
Hoe eindigen
- Wanneer is het tijd om te vertrekken?
- Kunnen we vervellen in iets anders?
- Hoe weten we wanneer we niet langer nodig zijn?
- Hoe laten we dit aan anderen weten?
- Hoe gaan we om met ons eigen ego?
- Hoe wordt onze nalatenschap (en de gerelateerde kennis) gedeeld?
- Hoe vieren we het einde?
Hoe beginnen
- Wat is de eerste stap?
- Laten we ons leiden door actief luisteren?
- Hoe kunnen we nieuwe dingen verbeelden zonder dat het een antwoord is op wat al bestaat?
- Hoe zorgen we ervoor dat het nieuwe groeit uit de rijke compost van de eerder gecreëerde kennis?
- Hoe kunnen we velen zijn?
De volgorde van deze punten maakt een organisch proces mogelijk naar een rechtvaardig(er) collectief bestuur. Het laatste punt geeft het cyclisch karakter van dit proces aan. Je kunt op een ander punt of een ander moment inspringen en opnieuw door de vragen navigeren.
Hoe inspireert dit onze eigen praktijk(en)?
Helga Baert geeft richting aan het meerstemmige artistieke team van wpZimmer om een ruimte te worden die formele en informele relaties van uitwisseling, zorg en verantwoordelijkheid herbergt en artistieke ontwikkelingsprocessen bevordert; we willen bij de wortel meerstemmig zijn. Hier lees je hoe wpZimmer werkt aan eerlijke en meerstemmige organisatie- en bestuursmodellen.
Martin Schick werkt als kunstenaar in cultureel management. Voor blueFACTORY, een publiek-private innovatiewijk, ontwikkelt hij een cultureel concept geïnspireerd op Social Permaculture. Met TRNSTN bouwt hij mee aan een sectoroverschrijdende organisatie met een dynamisch bestuursmodel gebaseerd op het model van holacratie, een besturingsmodel voor organisaties dat afstand neemt van traditioneel top-downmanagement en autoriteit verdeelt over alle medewerkers in de organisatie.
Sam Trotman is directeur van Scottish Sculpture Workshop (SSW) in Aberdeenshire, Schotland. Ze werkt momenteel samen met het team van SSW en een reeks kunstenaars, lokale gemeenschappen en partners om collectieve bestuurspraktijken voor de organisatie op te bouwen.
Ontdek andere praktijkvoorbeelden
Governance Of The Possible waardeert vele posities van kennis en kan op verschillende manieren gelezen worden. Om speelsheid te bevorderen en reacties vanuit andere perspectieven aan te moedigen, bevat GOTP een verzameling praktijkvoorbeelden die we de afgelopen jaren hebben gebruikt, zoals bijvoorbeeld Sensitive Co-writing, Governance Of The Possible Tarot Deck, Fairy Purse, Autonomous Board for Something Else.
Lees hier meer over deze praktijkvoorbeelden.