De Coalition. Lessons learned op pad richting fair practices in de kunsten

De vier partners van de Coalition — BUDA (Kortrijk), d e t h e a t e r m a k e r (Antwerpen), Netwerk Aalst en Beursschouwburg (Brussel) — willen fair practices verder in hun organisaties doorvoeren en elkaar daarin versterken via een intervisietraject. Elk binnen hun eigen werking pakken ze uitdagingen aan zoals eerlijke verloning van kunstenaars, duurzame werkomstandigheden en dekolonisering. Door dit proces gezamenlijk te doorlopen willen ze ook bepaalde ogenschijnlijk vanzelfsprekende manieren van werken in de sector in vraag stellen en alternatieven voorstellen.
De Coalition ging van start eind 2017 en verzamelde om de drie maanden rond de tafel, gefaciliteerd door Kunstenpunt, in de context van het ontwikkelingstraject D.I.T. (Do It Together. Samen de positie van kunstenaars versterken). Nu dat traject in maart 2019 afgerond wordt, formuleren de partners van de Coalition een aantal lessons learned en vragen voor de toekomst, opgetekend door procesbegeleider Delphine Hesters.

1. Hoe verschillen in aanpak en engagement een plaats geven?

Bij de start van het traject, formuleerde de Coalition het centrale doel van dit plan in vijf punten:

  1. Het veranderen van concrete praktijken in onze eigen organisaties om meer fair te werken
  2. Focus op zaken waar morgen al aan te werken valt vanuit één organisatie, die dus liggen binnen onze eigen handelingscapaciteit.
  3. Werken aan veranderingen die het ‘normale’ functioneren van het systeem van vandaag in vraag stellen.
  4. Gokken op veranderingen die deining zullen creëren in het functioneren van de ruimere sector. Die de sector zullen veranderen, ook buiten onszelf.
  5. Zonder te willen pretenderen dé best practice te zijn. De Coalition heeft de waarheid niet in pacht.

Individuele of collectieve plannen?

Via individuele praktijken wordt collectieve verandering mogelijk: ziedaar de onderliggende inzet van de Coalition. Maar hoe dat te realiseren? De vraag die zich gauw stelde was in welke mate de vier partners elk aan een eigen intern traject zouden werken, dan wel aan een collectief plan. En hoe ver die individuele plannen inhoudelijk van elkaar af konden liggen.

Aan de ene kant geldt dat hoe groter de sense of urgency, hoe groter het engagement om effectief actie te ondernemen, maar dus ook hoe evidenter het zou zijn dat elk van de vier hun eigen prioritaire kwestie en actiepunten kiezen. Het risico is dan dat je eigen vraagstuk verderaf ligt van dat van de anderen, waardoor de mayonaise binnen de Coalition misschien minder gaat pakken, of de noodzaak om net met deze mensen rond de tafel te zitten op termijn minder groot wordt. Omgekeerd geldt: als de vier organisaties, ondanks hun verschillen, elk op dezelfde kwestie zouden werken, ze mogelijk te veel in de theorie en aan de tekentafel terecht zouden komen, terwijl het doel van de Coalition net is de praatbarak te overstijgen en de praktijk te veranderen.

BUDA (Kristof Jonckheere en Agnes Quackels), Netwerk Aalst (voornamelijk Els Silvrants), d e t h e a t e r m a k e r (Elsemieke Scholte) en Beursschouwburg (Tom Bonte) hebben elkaar gevonden op basis van een grote affiniteit en vertrouwen tussen de leidinggevenden en hun gedeelde wens om het ànders te kunnen doen. Maar de verschillen tussen de vier werkingen zijn ook groot.

BUDA (Kristof Jonckheere en Agnes Quackels), Netwerk Aalst (voornamelijk Els Silvrants), d e t h e a t e r m a k e r (Elsemieke Scholte) en Beursschouwburg (Tom Bonte) hebben elkaar gevonden op basis van een grote affiniteit en vertrouwen tussen de leidinggevenden en hun gedeelde wens om het ànders te kunnen doen. Dat ik vanuit Kunstenpunt de begeleiding opneem is ook geen toeval, want bouwt verder op een jarenlange dialoog. Maar de verschillen tussen de vier werkingen zijn ook groot: BUDA en detheatermaker werken voornamelijk met podiumkunstenaars, Beursschouwburg is een multidisciplinair huis en Netwerk Aalst positioneert zich in de beeldende kunsten. Beursschouwburg en Netwerk Aalst zijn presentatieplekken, terwijl bij BUDA de residentiewerking, naast enkele festivals, centraal staat, en d e t h e a t e r m a k e r, als nomadische werkplaats, inzet op ontwikkeling bij jonge makers. detheatermaker is een eenmanszaak, Netwerk, BUDA en Beursschouwburg hebben meer dan tien medewerkers. Hoewel de leden van de Coalition elkaar dus best goed kennen, zijn we toch gestart met twee bijeenkomsten waarin de agenda bestond uit het uitleggen van de werking en specificiteit van de vier organisaties.

De Coalition heeft beslist dat elk van de partners een duidelijk eigen doel of traject zou formuleren op basis van de meest urgente kwestie in de eigen werking. BUDA werkt aan de faire verloning van de kunstenaars en kunstwerkers in hun residentie, d e t h e a t e r m a k e r aan alternatieven voor het klassieke spreidingsmodel om jong werk te kunnen presenteren, Netwerk Aalst werkt aan een nieuw model voor de contracten tussen de organisatie en de kunstenaars (als piloot binnen CAVEAT, een onderzoeksproject van kunstenaarsduo Heiremans & Vermeir bij Jubilee) en Beursschouwburg aan de dekolonisering van haar werking.

Met de keuze voor de individuele parcours is de idee om daarnaast ook te werken aan een gemeenschappelijk project echter niet van tafel geveegd. Zo is het idee geformuleerd om samen het initiatief te nemen om ons, graag aangevuld met een groep kunstenaars, collectief te buigen over de manier van werken die we in de sector als normaal of vanzelfsprekend beschouwen, maar die niet fair zijn. Dus om onze blinde vlekken in kaart te proberen brengen. De SOTA Summer Camp diende zich aan als mogelijke plek om dat voor het eerst te doen, maar o.a. doordat maar één van de partners van de Coalition op het kamp aanwezig kon zijn, is dat idee verwaterd. Ook het voorstel om samen te werken aan een eigen vertaling van een inspirerende brochure van Uniarts/Stockholm University om (seksueel en ander) grensoverschrijdend gedrag aan te pakken is benoemd (en ook op de tafel van oKo gelegd), maar wacht nog om opgepikt te worden.

Verandering via een project of doorheen de lopende werking?

Bij de start kreeg elke partner binnen de Coalition de opdracht om een urgente thematiek uit de eigen werking te kiezen en daarvoor een duidelijke doelstelling te formuleren, met ook een stappenplan in een uitgezet tijdskader. Zo wordt de gewenste verandering een ‘project’ binnen de eigen werking. Institutionele verandering is traag en messy. Ze in de discipline van een project gieten — hoe moeilijk ook — is een goeie manier om de drive en richting te houden. De Coalition, als kring van supporters, adviseurs en vertrouwelingen, kan dan als vliegwiel werken en een stimulans geven om voortgang te maken.

Institutionele verandering is traag en messy. Ze in de discipline van een project gieten — hoe moeilijk ook — is een goeie manier om de drive en richting te houden. De Coalition, als kring van supporters, adviseurs en vertrouwelingen, kan dan als vliegwiel werken en een stimulans geven om voortgang te maken.

De vier partners van de Coalition hebben deze opdracht erg verschillend ingevuld. Agnes en Kristof van BUDA stelden een helder, ambitieus en concreet stappenplan op om tegen de nieuwe meerjarige subsidieronde een onderbouwde simulatie te maken van wat het voor een huis als BUDA zou betekenen als alle kunstenaars tijdens hun residentie een faire verloning zouden krijgen. Stap één in het plan, een systematische bevraging van de huidige residenten over hun situatie, is op dit moment volop aan de gang, loopt over heel 2019 en is ondertussen ook uitgerold over een tiental werkplaatsen in Vlaanderen en Brussel. Els en Elsemieke verbonden de Coalition aan een project dat sowieso al binnen hun eigen werking op de agenda stond: bij Netwerk Aalst was dat de deelname aan CAVEAT en bij d e t h e a t e r m a k e r het eigen ‘actieonderzoek’ naar presentatiemodellen via Momentum in deSingel. Tom is er niet toe gekomen om voor Beursschouwburg een concrete doelstelling of project te formuleren binnen de Coalition, maar deelde in de groepsgesprekken zijn vragen en besognes m.b.t. een thema dat sowieso vandaag de hele werking doorkruist: dekolonisering.

Zo opereert de Coalition voor de vier partners op een heel verschillend niveau. Zoals Kristof het zelf in een meeting zei: “dit onderzoekstraject van BUDA was er nooit geweest zonder de Coalition.” Dat geldt niet voor de andere drie organisaties. Voor hen functioneert de Coalition vandaag vooral als een intervisiegroep, tijdens (en dus niet tussen) de collectieve vergaderingen. Dat blijkt, ook op het meest basale niveau, voor de deelnemers waardevol. Maar toch jeukt de vraag of de Coalition daarmee voor elk van de partners rond de tafel voldoende prioriteit of urgentie kan houden en voldoende stuwende kracht geeft om daadwerkelijk de praktijk van de organisaties grondig te veranderen. En of de Coaltition de ‘praatbarak’ effectief overstijgt. Voor BUDA is dat zeer duidelijk het geval. De inzet voor de Beursschouwburg is het minst uitgesproken, maar ook Tom gaf al aan dat de uitwisseling, ook over de trajecten van de andere partners, zijn eigen blik en praktijk verscherpt. Zo keken de partners van de Coalition virtueel over zijn schouder mee toen hij recent keuzes moest maken in zijn eigen loonpolicy in de Beursschouwburg. Tot nog toe is dat bilan dus positief.

Zal de Coalition erin slagen om de verschillende individuele doelen samen te blijven brengen in een collectief proces? En komt er dan een geheel dat groter is dan de individuele delen — de rimpelingen in het veld, voorbij de eigen organisaties? Zijn de grote verschillen in aanpak en investeringen van de vier partners wel o.k.? Het vertrouwen en de persoonlijke affiniteit vormen een voldoende sterke grond om elkaar in de vergaderingen met de juiste betrokkenheid te vinden, maar zullen die verschillende engagementen verderop geen spanningen creëren? De antwoorden op deze vragen liggen nog wide open.

2. De Coalition als ruimte voor een andersoortig gesprek

Vandaag zijn er in de sector twee formules van collectief spreken, zo ervaren de leden van de Coalition: zakelijke of beleidsgeoriënteerde gesprekken (zoals we die o.a. kennen binnen oKo, als netwerk en belangenbehartiger van de kunstenorganisaties in Vlaanderen) en inhoudelijk-artistiek geïnspireerde gesprekken (o.a. in artistieke projecten en samenwerkingen). Het gesprek dat in de schoot van de Coalition plaatsvindt gaat meer over morele en ethische aspecten van het zich organiseren, over twijfels onderweg en over zaken die soms (of vaak) ook niet willen lukken. De kleine groep van mensen die elkaar voldoende vertrouwen maakt het mogelijk om zelfkritisch te zijn en vraagstukken te delen. Het zijn gesprekken die zelfs ook niet altijd binnen de organisaties, binnen de eigen ploeg, kunnen plaatsvinden. Dat maakt dit soort intervisietrajecten bijzonder waardevol.

Het is opmerkelijk hoe er diverse vormen van feedback bestaan rondom het werk van artiesten, maar dat feedback over organisaties nergens een geschikte plek vindt. De Coalition vult die lacune in.

Het gesprek dat in de schoot van de Coalition plaatsvindt gaat over de morele en ethische aspecten van het zich organiseren, over twijfels onderweg en over zaken die soms (of vaak) ook niet willen lukken.

3. De Coalition als lab voor opschaalbare praktijkexperimenten

Niet alleen de aard van het gesprek dat in een groep zoals de Coalition kan plaatsvinden, maar ook de schaal van de samenwerking is interessant. Een werkgroep van vier à vijf partners maakt de ontwikkeling van praktijken en experimenten mogelijk voorbij de individuele organisatie, maar blijft toch kleiner en wendbaarder dan wat in de context van een ruimer netwerk zoals oKo gerealiseerd kan worden.

Het plan om een eigen vertaling te maken van de folder van Uniarts/Stockholm University biedt daarvoor een mooie illustratie. Deze kleine coalition of the willing kan snel werk van maken van een eerste ‘Vlaamse versie’ en die implementeren in het eigen huishoudelijk reglement en ethische code, zonder dat daarvoor verantwoording moet afgelegd worden of draagvlak gezocht in een groter geheel. Geen logge processen, dus. Na een poosje kan geëvalueerd worden wat wel of niet werkt en of aanpassingen nodig zijn. Dat snelle leren, doorheen de praktijk, levert mogelijk diepere inzichten op, die vervolgens in een ruimer netwerk geïmplementeerd kunnen worden. Deze getrapte manier van werken lijkt veelbelovend en vooral enthousiasmerend.

Ook het onderzoeksproject van BUDA, de lopende bevraging van de residenten, geeft een mooi voorbeeld van hoe vlot een waardevol initiatief van een individuele speler ‘van onderop’ verbreed kan worden. Intussen wordt de online enquête uitgerold door een 10-tal werkplaatsen, mogelijk gemaakt doordat ze elkaar regelmatig ontmoeten als leden van de werkgroep ‘Artiest Centraal’ van oKo.

4. Begeleiding is cruciaal

Een procesbegeleider, los van de deelnemende instellingen, is cruciaal om de voorgang van de Coalition te garanderen. Niet alleen om het proces te organiseren, meetings voor te bereiden en de verslaglegging te doen, maar ook om aan te sturen op concretiseren en de leden op tijd aan te jagen om hun huiswerk te maken.

Blijft de vraag of die rol toch niet wisselend opgenomen zou kunnen worden door de leden zelf. Dat zou wel wat extra werk brengen, maar misschien faciliteert vandaag net de externe begeleiding ook de mogelijkheid om zonder veel extra inspanningen tussendoor van de ene naar de andere vergadering te springen?

5. De trein der traagheid

Tijd is een kernbegrip in een aantal vraagstukken eigen aan de Coalition.

De Coalition blijkt een slimme manier om reflectie-tijd in te schrijven in de agenda’s van drukke directeuren. Bij de start van het proces hebben we voor een jaar lang, elke drie maanden een dag geblokkeerd in onze agenda’s. Door het engagement dat de leden voor elkaar aangaan, zijn dat meetings die niet licht geschrapt kunnen worden. Die driemaandelijkse afspraak vormt meteen ook een mogelijke deadline voor acties of huiswerk.

Anderzijds blijkt het moeilijk om de Coalition actief te laten werken in de tijd tussen de meetings. Het aspect van collectiviteit is cruciaal in wat de Coalition is, maar hoe een gevoel en invloed van de collectiviteit te bewaren in die lange tussenliggende periodes van drie maanden? In de woorden van Elsemieke: “Ondanks goede intenties en begeleiding is er om verschillende redenen onderweg wel een specifiek soort ‘verlies’ geleden. Het ‘verlies’ zit er wat mij betreft in dat onze agenda het blijkbaar niet toelaat om intensief overleg op langere termijn ook echt grondig door te voeren. Wezenlijke verandering binnen organisaties, vertrekken voor mij niet vanuit ‘efficiëntiedenken’ maar vanuit inspirerende en noodzakelijke tendensen binnen kunstenaarspraktijken en samenleving. Ze laten zich niet eenvoudig doorvoeren binnen organisaties die stilaan om verschillende redenen wellicht ’te efficiënt zijn’ en meestal ‘op hun tenen lopen’.”

De leden van de Coalition mogen vandaag beschouwd worden als voorlopers onder de kunstenorganisaties in de zoektocht naar fair practices en de transitie die daardoor binnen organisaties aangedreven wordt. Het is confronterend om vast te stellen dat het ook voor hen moeilijk blijkt om dit echt prioriteit en de nodige tijd te geven.

De leden van de Coalition mogen vandaag beschouwd worden als voorlopers onder de kunstenorganisaties in de zoektocht naar fair practices en de transitie die daardoor binnen organisaties aangedreven wordt. Het is confronterend om vast te stellen dat het ook voor hen moeilijk blijkt om dit echt prioriteit en de nodige tijd te geven.

Op sommige momenten in het parcours van de afgelopen jaren leek het alsof de Coalition nog écht op gang moest komen. Anderzijds getuigt dat aanvoelen misschien van een ongepast soort ongeduld. Als we spreken over transitie en het wezenlijk veranderen van organisatieprocessen en -structuren, weten we dat we vertrokken zijn voor een rit van enkele jaren. Het is dus niet correct om snel concrete resultaten te verwachten. (En, zoals al gesteld, kan zelfs hier en daar al de concrete en zinvolle impact van de Coalition aangewezen worden.) Omgaan met die onvermijdelijke traagheid, in combinatie met de verschillende snelheden van de leden en de zoektocht naar voldoende collectiviteit is de moeilijkste evenwichtsoefening binnen de Coalition.

‘Trage processen’ en een rit van meerdere jaren betekent ook dat we moeten leren omgaan met veranderingen onderweg. Niet alleen doelen en urgenties kunnen gaan schuiven, maar ook mensen. De stand van zaken in maart 2019: één van de initiatiefnemers van de Coalition, Els werkt niet meer bij Netwerk Aalst. Pieternel en Steven zijn afgelopen jaren op de achtergrond betrokken gebleven, maar nu moeten ze overwegen of ze actief mee willen en kunnen aanschuiven. De begeleiding van Kunstenpunt valt weg omdat het D.I.T.-traject eind maart wordt afgerond, maar ook omdat Delphine de organisatie verlaat. Agnes van BUDA kondigde recent aan dat ze nog maar een jaar bij BUDA blijft. Kristof en Agnes zijn beiden actief in de Coalition, dus de voortgang is voor BUDA verzekerd. Al valt hiermee op termijn een belangrijke stem rond de tafel weg. Elsemieke is in d e t h e a t e r m a k e r actief op zovele fronten en nam voor de Coalition bovendien de verbindende rol op naar het D.I.T.-traject van Kunstenpunt en de andere D.I.T.’ers (Engagement, 51% en SOTA Fair Arts Almanac). Die grote inspanning zou moeilijk nog langer vol te houden zijn en bovendien is het voor haar afwegen hoeveel ze van haar kostbare tijd kan investeren in dit soort uitwisseling. Misschien is een engagement in ‘een Coalition’ met artist-run organisaties voor haar komende jaren urgenter en zinvoller?

Met het afronden van D.I.T. is het ook tijd voor de Coalition om de balans op te maken en het vervolg uit te tekenen. Blijft elke partner aan boord, of komen er wissels? Wie zou kunnen aansluiten en vraagt een nieuwe constellatie een extra investering in nieuwe relaties en een fond van vertrouwen? Blijft de Coalition doorgaan, of kan het ook zijn dat ze stopt? Wat dan met de plannen van BUDA, die realiseerbaar blijven, maar best wel de energie en steun kunnen gebruiken van een groep medestanders? Wie kan de begeleiding op zich nemen en wat mag dat gaan kosten? Blijft de algemene doelstelling van de Coalition overeind, of kan het helpen om gerichter te herzetten, bijvoorbeeld richting nieuwe beleidsplannen voor de komende structurele subsidieronde? Voer voor de komende maanden.

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Je leest: De Coalition. Lessons learned op pad richting fair practices in de kunsten