Lexicon
Ableïsme
> zie: validisme
Beperking
> zie: handicap
Bondgenootschap
Bondgenoten of allies zijn individuen uit niet-gemarginaliseerde groepen die zich inzetten voor de strijd van gemarginaliseerde groepen. Bijvoorbeeld: wanneer mannen zich inzetten tegen seksisme tegenover vrouwen, wanneer hetero’s zich inzetten tegen queerfobie, enzovoort. We spreken van optisch bondgenootschap als iemand / een organisatie wel de illusie wekt een bondgenoot te zijn, maar dat enkel doet om de schijn hoog te houden zonder het echte werk te doen.
> Bronnen: Cargo Confetti, Labo vzw, MO* Magazine
Brave space
> zie: safe(r) space
Broodfonds
Het Broodfonds is een collectieve voorziening voor arbeidsongeschiktheid, ontwikkeld door en voor ondernemers. Een groep ondernemers (doorgaans een paar tientallen) die elkaar kennen en vertrouwen zetten maandelijks een bedrag opzij. Wie langdurig ziek is, krijgt middelen uit het fonds om van te leven. Die kun je maximaal twee jaar achtereen krijgen.
> Bron: broodfonds.nl
Call in, call out
Een call out is een publieke communicatie – op sociale of nieuwsmedia, op een evenement – waarbij een persoon of organisatie kritisch wordt aangesproken over een uitspraak, actie of gedrag. Meestal gaat het over zaken die mensen aanstootgevend vinden, of die op zijn minst van weinig affiniteit lijken te getuigen met de maatschappelijke gevoeligheden van vandaag. Het is een expliciete manier om een ander perspectief te belichten.
Een call out is nuttig wanneer gedrag absoluut onaanvaardbaar is en dringend moet onderbroken worden om meer schade te voorkomen. Je geeft er ook een signaal mee aan een bredere gemeenschap.
Een call in is zachter en vaak effectiever op de langere termijn. Iemand spreekt je niet publiekelijk maar individueel aan en nodigt je uit tot gesprek. Dat lijkt vanzelfsprekend maar het is het niet. Er kan een machtsverschil spelen (het is niet makkelijk je hiërarchische overste kritisch aan te spreken), of mensen kunnen bezorgd zijn om een vriendschap of professionele relatie te beschadigen (bijvoorbeeld doordat een opmerking over racisme of seksisme aanleiding geeft tot fragiliteit).
Een call in werkt enkel als je de energie en moed voelt om in een diepere discussie te gaan, met wederzijds begrip en reflectie.
Kiezen tussen call in of call out moet heel bewust gebeuren, en hopelijk helpen de voorgaande beschrijvingen bij het kiezen.
> Bronnen: Creative Equity Toolkit, Calling In and Calling Out Guide (Harvard University).
> zie: fragiliteit
Cisgender, cisman, cisvrouw
Cisgender is een term die beschrijft dat het geslacht dat je toegewezen krijgt bij de geboorte (op basis van je geslachtskenmerken) overeenkomt met je genderidentiteit, of hoe je je innerlijk voelt. Als je bij je geboorte het vrouwelijk geslacht krijgt toegewezen en je voelt je ook vrouw, dan noemt men dit cisgender. Als dit niet of niet volledig overeenkomt, dan noemt men dit transgender.
> Bron: Transgender Infopunt Woordenlijst
Code of conduct
> zie: gedragscode
Consent
Consent of “instemming” wil zeggen dat de ene persoon toestemming verleent aan een andere persoon voor een bepaalde handeling. Die toestemming is expliciet en uitgesproken, is niet ambigue, en is gebaseerd op zo juist mogelijke informatie. Alle betrokken personen zijn ook competent om toestemming te geven, en voelen zich vrij van druk of dwang (ook impliciete druk). Tot slot is consent contextgebonden en intrekbaar. Die manier van heel doordacht en berekend omgaan met handelingen verhoogt iemands gevoel van agency (zelfbeschikking) en welbevinden.
Het concept van consent wordt vaak gebruikt wanneer het gaat over seksuele intimiteit, maar kan ook breder toegepast worden en gaat dan hand in hand met het gebruik van trigger en content warnings.
> Bron: seksuelevorming.nl
> zie: trigger warning
Content warning
> zie: trigger warning
Culturele toe-eigening
Culturele toe-eigening (of cultural appropriation) gaat over het zich toe-eigenen en soms ook financieel uitbuiten van culturele praktijken, spirituele tradities, haar- en kledingstijlen, taalgebruik en andere elementen uit een cultuur die niet de jouwe is. Let wel, er kan alleen sprake zijn van culturele toe-eigening in situaties met machts- en privilegeverschillen: een dominante en bevoorrechte cultuur eigent zich elementen toe van een niet-dominante of gemarginaliseerde cultuur.
> Bron: Layla F. Saad, 2020. Witte suprematie & ik.
Crip, crippen
Crip is de verkorte, informele term voor cripple of kreupel. Aanvankelijk functioneerde het als scheldwoord, voornamelijk gericht tegen mensen met zichtbare fysieke handicaps. Sinds de jaren 1970 eisten mensen met een handicap echter deze term op voor zichzelf. Crip duidt niet op een duidelijk omlijnde, vaststaande identiteit, maar is veeleer een kritische positie en attitude die men kan opnemen ten opzichte van dominante normen. Centraal in deze positie staat het expliciet omarmen van het lichaam met een handicap, en bijgevolg een duidelijk verzet tegen systemen die dergelijke lichamen proberen uit te sluiten.
Crip kan ook als werkwoord worden ingezet: ‘crippen’. Een praktijk, gedachtegoed of een tekst crippen komt dan neer op een kritische en tegendraadse interpretatie of lezing ervan. Het doel hierbij is om uitsluitingseffecten en vooroordelen te onthullen en te deconstrueren. Crippen zorgt ervoor dat de oorspronkelijke praktijk of tekst een twist krijgt en daardoor net het omgekeerde gaat betekenen van datgene waarvoor het aanvankelijk bedoeld was.
> Bron: rekto:verso #91 CRIP
Crowdfunding
Crowdfunding is een manier om op zoek te gaan naar fondsen door een grote groep mensen aan te spreken en hen te vragen om een bijdrage te doen. Meestal gaat het over verschillende kleinere bedragen die door de grootte van de groep bijdragers toch een beduidende som kunnen opleveren. Vindt een project tijdens een vooropgestelde tijdsperiode weerklank, dan krijgt het een aantal believers achter zich. Deze believers zullen (kleine) geldsommen investeren in het project. Indien een vooropgesteld bedrag binnen de deadline wordt opgehaald, dan is het crowdfundingproject geslaagd en wordt het geld door het crowdfundingplatform aan de ondernemer overgemaakt.
> Bron: Cultuurloket, Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen
De-centeren
Als mensen aangesproken worden op een privilege of hun dominante positie, dan kunnen ze dat soms ervaren als iets dat ze moeten “inleveren”. Maar eigenlijk is het een oproep om niet jezelf of wie op jou lijkt als referentie te nemen. Dit noemt men het de-centeren van je eigen perspectief om plaats te maken voor dat van anderen. Je rekt je empathisch vermogen als het ware een stuk op. Het helpt je een vollediger beeld te krijgen. Het vraagt wel moed: je moet er soms diepgewortelde overtuigingen en je eigen gedrag voor in vraag stellen, of de gewoonten en overtuigingen van je generatie wanneer de tijdsgeest verandert.
> Bron: Baylor University, 2022. How to Decenter Yourself in Conversations With Members of Marginalized Communities.
> zie: call in, call out
> zie: fragiliteit
Disability culture & aesthetics
Disability aesthetics benadrukt dat handicap altijd al aanwezig is geweest in de kunsten en weigert om het gezonde lichaam als de enige vorm van esthetiek te beschouwen. Het gaat niet om een aanklacht tegen eventuele exclusie van gehandicapte lichamen, want dat is in de loop van de kunstgeschiedenis niet gebeurd. Wel willen disability aesthetics de invloed van het gehandicapte lichaam op de kunst aantonen, want als dat belang wordt geaccepteerd, dan kan dat alleen maar een verrijking zijn.
> Bron: Tobin Siebers, 2010. Disability Aesthetics
Discriminatie, exclusie, uitsluiting
Er is sprake van discriminatie wanneer er een onderscheid gemaakt wordt in de behandeling van personen wegens een bepaald kenmerk (of kenmerken) wanneer dat onderscheid niet gerechtvaardigd is (directe discriminatie). Omgekeerd is discriminatie ook: geen onderscheid maken in de behandeling van personen wanneer dat vanwege bepaalde kenmerken juist aangewezen en nodig is om meer gelijke uitkomsten te verkrijgen (positieve actie). Voorbeelden zijn: racisme, validisme, seksisme, etc.
Structurele, institutionele of systemische discriminatie komt voor op het niveau van de maatschappij, de instellingen en de staat. Het is moeilijker om er de vinger op te leggen: de mechanismen zijn vaak onzichtbaar, maar de gevolgen uiten zich in sterk gelaagde ongelijkheden.
Bron: Çavaria
Diversiteit
Diversiteit behelst de verschillen tussen de individuen van een groep, in o.a. waarden, attitudes, cultuur, overtuigingen, etnische achtergrond, seksuele geaardheid, kennis, vaardigheden en levenservaring.
> Bron: Gelijke Kansen in Vlaanderen Woordenlijst en Demos (Ruimte maken voor verschil).
> zie: identiteit, identiteitsassen
Exclusie, uitsluiting
> zie: discriminatie
Fair practice
Fair practice is een set van principes om op een juiste manier samen te werken. In de kunstensector in Vlaanderen worden de principes van Juist is Juist door heel veel makers en organisaties onderschreven. Het gaat om solidariteit, transparantie, duurzaamheid en verantwoordelijkheid. Het omzetten van die principes is een voorwaarde om subsidies te krijgen via het Kunstendecreet. Maar ook in niet-gesubsidieerde contexten kunnen
samenwerkingen baat hebben bij fair practices.
> Bron: Juist is Juist
Fragiliteit
Fragiliteit is het ongemak van mensen die worden aangesproken op een vorm van maatschappelijk voorrecht of privilege dat ze genieten. Ze vinden het lastig dat voorrecht te (h)erkennen en het lokt defensieve reacties uit. Vaak spreekt men over witte of mannelijke fragiliteit omdat die identiteiten sterke privileges genieten.
> Bron: Layla F. Saad, 2020. Witte suprematie en ik.
Gedragscode
Een gedragscode is een interne overeenkomst over gedeelde waarden en normen binnen de organisatie, geoperationaliseerd door concrete richtlijnen en procedures. Dat gaat verder dan een opsomming van ongewenst gedrag zoals pesten op het werk, of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het is een constructief instrument, bedoeld om een positieve werksfeer te creëren met ruimte voor onderling vertrouwen. Het is daarom ook altijd maatwerk, want de code bouwt voort op de cultuur die binnen een organisatie leeft of nagestreefd wordt.
> Bron: Mensura
Grensoverschrijdend gedrag (op het werk)
De vlag ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk dekt drie verschillende ladingen: geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. Geweld op het werk noemt men “elke feitelijkheid waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk”.
Pesterijen op het werk verwijzen naar “elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de onderneming of instelling, dat zich (…) kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van werknemers bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat hun betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd”.
Ongewenst seksueel gedrag op het werk ten slotte omvat “elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van mensen op het werk”.
Grensoverschrijdend gedrag kan natuurlijk ook voorkomen buiten de werkcontext. Grenzen worden dan ook juridisch bepaald, want sommige grenzen mogen niet overschreden worden (bv. racisme, verkrachting). Vaak worden grenzen impliciet onderhandeld, en dat kan een risico vormen voor veiligheid. Consent is een manier om op een expliciete manier over grenzen te spreken en afspraken te maken om die grenzen te respecteren.
> Bron: Publicatie Ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk, door de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
> zie: consent
Handicap
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap omschrijft een handicap als: elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren. Deze definitie vertrekt vanuit de sociaal-ecologische visie die ook door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gehanteerd werd bij de publicatie van de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health). Sommige personen worden liever niet benoemd als iemand met een beperking of handicap. Dat kan zijn omdat ze zich niet gehinderd voelen in hun deelname aan de samenleving. Een andere reden is dat sommige personen het niet bekijken als een beperking hebben, maar wel beperkt worden. Zij leggen de reden voor hun zogenaamde beperking of handicap bij de ontoegankelijke manier waarop een validistische samenleving georganiseerd is. Anderen vinden het belangrijk om erkend te worden als persoon met een beperking of handicap, om zo begrip en voldoende ondersteuning te krijgen vanuit de samenleving.
> Bronnen: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, Çavaria
> zie: validisme
Herstelnood
Herstelnood is een maat voor mentale vermoeidheid door het werk en is o.a. een voorspeller voor burn-out. Mentale vermoeidheid kan veroorzaakt worden door een aantal factoren die met motivatie te maken hebben. In de kunstensector hebben vooral ontgoocheling op vlak van loopbaanmogelijkheden, het loon en de werk-leef-flexibiliteit een negatieve invloed op de motivatie van de medewerkers. Bijkomende aandachtspunten zijn o.a. arbeidsorganisatie, gebrek aan autonomie, het gevoel dat je vaardigheden niet ten volle benut worden, werktempo en conflict over wie welke rol speelt binnen een organisatie. Tegelijkertijd zijn er echter heel wat motivatiebronnen waar de kunstensector heel goed scoort en die dus de motivatie hoog houden, zoals transformationeel leiderschap, welzijnsklimaat, afwisselende taken en sociale steun van collega’s. Opvallend is dat mensen aangeven dat ze weinig problemen ervaren met verandering en dat ze weinig jobonzekerheid ervaren.
> Bron: Sociaal Fonds Podiumkunsten, 2022. Resultaten bevraging werkbeleving 2022 (SENSOR).
Hypermobiliteit
De noodzaak voor kunstenaars of kunstwerkers om (te) veel te moeten reizen om kansen in het internationale kunstencircuit te benutten, soms meer dan hun praktijk nodig heeft of dan hun werk ten goede zou komen.
> Bron: Kunstenpunt, 2019. (Re)framing the international, Kunstenpocket #2.
Identiteit, identiteitsassen
Mensen hebben (deel)identiteiten op het vlak van onder meer opleiding, inkomen, tewerkstelling, sociale klasse, gender en etniciteit. Die identiteiten zijn sociale constructies, maar hebben wel concrete gevolgen voor de maatschappelijke positie van mensen. Intersectionaliteit zet deze identiteiten uit op assen, die elkaar ook kunnen kruisen. Zo kan iemands (deel)identiteit op het vlak van gender en op het vlak van sociale klasse op elkaar inwerken.
Het belang van het expliciet maken van deze (deel)identiteiten is dat je uitsluiting, achterstelling, voorrechten en macht in de samenleving bespreekbaar kunt maken. Je maakt ook zichtbaar op hoeveel verschillende manieren mensen kunnen afwijken van de dominante maatschappelijke norm.
> Bronnen: Vlaams Instituut Gezond Leven, Rosa vzw, Demos
Inclusie
Inclusie is het recht op volwaardige deelname aan de samenleving op gelijke voet met andere mensen, een onafhankelijk leven met gelijke keuzemogelijkheden en met respect voor individuele keuzes. Inclusie binnen de kunstensector betekent dat iedereen – ongeacht klasse, gender, ras of etniciteit, leeftijd en mentale of fysieke gezondheid … – ingesloten wordt in de verschillende deelaspecten van kunst: van creatie en participatie tot de reflectie over kunst.
> Bron: Grip vzw
Instemming
> zie: consent
Intersectionaliteit
Intersectionaliteit (ook: kruispuntdenken) gaat over hoe verschillende aspecten van iemands identiteit (afkomst, leeftijd, lichaam, genderidentiteit …) elkaar beïnvloeden en de positie in de maatschappij bepalen. De kruispunten waarop je je bevindt hebben invloed op de kansen die je krijgt, het geweld waarmee je te maken kan krijgen, of de vooroordelen die er over je kunnen bestaan. Je kan deze voor- of nadelen op een persoonlijk niveau ervaren of op het niveau van de maatschappij, de instellingen en de staat. In dat laatste geval zijn ze institutioneel of systemisch. Zo ga je als een witte hetero cisgender vrouw andere ervaringen, kansen en discriminaties meemaken dan een zwarte homoseksuele trans man.
> Bron: Çavaria Woordenlijst
> zie: identiteit, identiteitsassen
Kruispuntdenken
> zie: intersectionaliteit
LGBTQIA+
Dit is een letterwoord om seksuele, genderen geslachtsdiversiteit aan te duiden. Soms zul je LGB, LGBTQI of LGBTQI+ lezen, soms ook LGBTQIAP+. Al deze letters staan voor een seksuele oriëntatie of gender (lesbisch, gay/homo, bi (waarbij bi+ aanduidt dat men ook aangetrokken is tot personen met meerdere genderidentiteiten), trans, queer/questioning (zoekend), intersekse, aseksueel, agender of aromantisch, panseksueel, en alle andere identiteiten die door het acroniem niet expliciet zijn benoemd (dat is waar de + voor staat).
> Bronnen: Çavaria, Transgender Infopunt Woordenlijst
Meerstemmig, meerstemmigheid
Aan de basis van meerstemmigheid ligt het besef dat je eigen referentiekaders niet universeel of absoluut zijn. De dominantie van het ene referentiekader over een ander hangt samen met meerdere zaken: numerieke overwichten, al dan niet geïnstitutionaliseerde machtsverhoudingen, historische context en tijdsgeest. Vanuit een zorg voor meerstemmigheid wordt dan ruimte gemaakt voor minder gehoorde perspectieven.
Daaraan ligt op zijn beurt een zo groot mogelijke diversiteit ten grondslag, om die perspectieven te (her)kennen: diversiteit wat afkomst betreft, cultureel, sociaal, qua levensbeschouwing, esthetisch “smaakpalet”, genderidentiteit, leeftijd en meer. Meerstemmigheid is meer dan “verschillende stemmen naast elkaar die elk hun deuntje zingen”. Liefst horen ze elkaar, leren ze van elkaar, volgen en ontmoeten ze elkaar op basis van echte luisterbereidheid.
> Bron: Kunstenpunt, 2020. Bestemming: complexloos meerstemmig.
Microagressie
Microagressies zijn interpersoonlijke, kortstondige, min of meer subtiele, (on)opzettelijke en alledaagse interacties en gedragingen waaruit een zekere vooringenomenheid blijkt tegenover historisch gemarginaliseerde groepen. Het kan bijvoorbeeld gaan om ongepaste grappen, uitsluiting, het afwijzen of negeren van personen, de namen van mensen niet leren, misgendering, stereotypering …
> Bron: Aïda Yancy, 2021. LGBTQI+ Toolbox.
Neurodivergentie/neurodiversiteit (neurodivergent, neurotypisch)
Neurodivergentie is een brede noemer waaronder allerlei symptomen en/of condities worden geplaatst: ADHD, OCD (obsessive compulsive disorder), posttraumatisch stresssyndroom, angststoornissen, bipolaire stoornissen, dyslexie, dyspraxie, autismespectrumstoornis, bepaalde fobieën en zelfs hoog- of minderbegaafdheid.
Neurodiversiteit verwijst naar de variatie van manieren waarop mensen van elkaar kunnen verschillen op neurologisch vlak, en de mate waarin ze kunnen afwijken van een zogezegde “neurotypische” norm. Je situeert je op een spectrum van mogelijke variaties op een (min of meer neurotypische) gemene deler. Afhankelijk van waar je je op dat spectrum bevindt is het mogelijk dat je bepaalde behoeften hebt waaraan je omgeving tegemoet zou kunnen komen.
Neurodiversiteit wordt ook als een beweging gekenmerkt met als doelstelling om dominante percepties van gemarginaliseerde neurominderheden te veranderen, om stereotype ideeën over de beperkingen van neurominderheden te vervangen door een meer gebalanceerde waardering van hun talenten en noden, om gewaardeerde rollen en posities te vinden voor neurologisch gemarginaliseerde mensen, en om de maatschappij te tonen dat iedereen baat kan hebben bij de inclusie van neurominderheden.
> Bron: NeuroDiversity Hub
Ontleren
Ontleren betekent dat je je tracht te ontdoen van een aantal verkeerde maar diep ingebakken veronderstellingen of reflexen, zoals bijvoorbeeld dat “makers van kleur werk maken over racisme of etnisch-culturele diversiteit”. Ontleer ook zo snel mogelijk de kwalijke en foutieve associatie van kunst van mensen met een migratieachtergrond met een lagere kwaliteit.
Other-en
Men spreekt van other-en of othering wanneer men onderscheid maakt tussen een (zogezegde) “eigen” groep en een “andere” groep, en dat op basis van veralgemeende kenmerken die men aan de ander toekent. Dat kan op basis van geslacht, etnische of culturele achtergrond, sociale klasse, ideologie en meer. Meestal worden aan die andere groep minder gunstige kenmerken toegekend dan aan de eigen groep.
> Bron: KifKif, Astride Velho & Oscar Thomas-Olalde, 2011. Othering and its effects: exploring the concept. In: Writing Postcolonial Histories of Intercultural Education
Pay what you can/want
Een prijzensysteem als Pay what you can (Betaal wat je kan) of Pay what you want (Betaal wat je wil) wil toegangstickets zo toegankelijk mogelijk maken voor zoveel mogelijk mensen. Mensen kunnen in dit systeem zelf de prijs bepalen die ze voor hun ticket kunnen of willen betalen. Soms wordt een reeks prijzen voorzien waaruit je zelf kan kiezen, soms wordt er gewerkt met een suggestieprijs, maar je blijft vrij om een lagere prijs te kiezen. Wie zich een hogere prijs kan veroorloven doet dat, en zorgt er zo voor dat anderen minder kunnen betalen.
> Bron: Kaaitheater
Post-porno
De term post-porno ontstond in de jaren 1980 en 1990 als antwoord op mainstream pornografie, vanuit de nood aan nieuwe perspectieven over en representaties van het lichaam en seksualiteit. Het is een intersectionele queer en feministische beweging – omarmd door kunstenaars, academici en activisten – die de maatschappelijke normen en stereotypen over seksualiteit en genderidentiteiten bevraagt in de vorm van essays, video’s, performances, digitaal werk en conceptuele kunst. Post-porno gaat onder meer over kritisch genot (critical joy), identiteit, ethiek, de relatie tussen cultuur en onderdrukking, en het de-centeren van (het genot van) de kijker.
> Bron: Post-porn film festival Warsaw, Tim Gregory & Astrid Lorange, 2018. Teaching Post-Pornography. In: Cultural Studies Review 24 (1)
> zie: de-centeren
Privilege
Een privilege wijst op een voorrecht ten opzichte van anderen. In onze samenleving geldt er voor verschillende aspecten van je identiteit een bepaalde norm. Hoe meer je hieraan voldoet, hoe groter je voorsprong, en dus je privilege of voorrecht. Hoewel je zelf niet altijd een invloed kan uitoefenen op de privileges die je hebt, is het belangrijk dat je ze kan (h)erkennen, samen met de bijhorende machtsposities. Je privileges bepalennamelijk mee je plaats in de maatschappij en beïnvloeden de kansen die je krijgt.
Wit privilege is een vertaling van de Engelse term white privilege en verwijst naar het feit dat een witte huidskleur in onze maatschappij als de norm wordt gezien. Dat geeft je als wit persoon een aantal voordelen, enkel en alleen dankzij je huidskleur. Dat betekent overigens niet dat je een gemakkelijk of zorgeloos leven leidt, wel dat je huidskleur nooit in negatieve zin van invloed zal zijn.
> Bron: diversiteitspraktijk.be door Atlas, Integratie en Inburgering Antwerpen
Psychosociaal welzijn (op het werk)
De Welzijnswet van 1996 schrijft de werkgever enkele basisverplichtingen voor rond welzijn op het werk. Het gaat dan om de preventie van geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag en andere psychosociale risico’s. Een gebrek aan psychosociaal welzijn kan leiden tot burn-out, depressie, enzovoort. Psychosociaal welzijn is ook belangrijk buiten de werkcontext. Consulteer een huisarts of Tele-onthaal (1712) bij problemen.
> Bron: 1712, Wettelijk kader psychosocial welzijn van de Vlaamse Overheid
Queer
Queer is een overkoepelend begrip voor onder andere homoseksuele, biseksuele, panseksuele, transgender, intersekse en non-binaire/genderqueer mensen. De term wordt meestal gebruikt om uit te leggen dat iemand zich niet thuisvoelt binnen de hetero- en gendernormen en hokjes. Queer kan daarnaast verwijzen naar een politieke beweging die racisme, seksisme, heteronormativiteit en kapitalisme bestrijdt. Het is ook een academisch onderzoeksveld.
> Bron: Transgender Infopunt Woordenlijst
> zie: LGBTQIA+
> zie: cisgender
> zie: transgender
Racisme
Racisme is een vorm van discriminatie – ook systemisch – die bepaalde mensen bewust én onbewust uitsluit of minder kansen geeft, puur op basis van hun huidskleur, nationaliteit, afkomst of cultuur. Racisme veronderstelt dat witte mensen belangrijker zijn dan personen van kleur of zwarte mensen.
> Bron: Çavaria
> zie: discriminatie
Safe(r) space, brave space
Een safe(r) space is een veilige omgeving waar mensen zichzelf kunnen zijn zonder veroordeeld, gediscrimineerd of slachtoffer van (fysiek en psychologisch) geweld te worden. In safe spaces mogen de deuren soms gesloten zijn. Maar niet altijd. Ze moeten ook openzwaaien. Een ‘echte’ safe space is daarnaast ook een springplank waar mensen voldoende zelfvertrouwen opbouwen en moed putten om te springen. Dan wordt een safe space ook een brave space: een moedige plek.
In zo’n brave space gebruiken mensen hun moed om gedeelde ervaringen, bijvoorbeeld van seksisme of racisme, zichtbaar te maken en aan te klagen. Zo creëer je ruimte voor politisering. Stemmen die nog niet gehoord zijn, worden hoorbaar in een brave space.
> Bronnen: Podcast Better Practices for Safe(r) Spaces (Olave Nduwanju, 2021), Transgender Infopunt Woordenlijst, Artevelde Hogeschool. “Van Safe naar Brave Spaces” In: Get up stand up. Praktijkboek vol voorbeelden van politisering door jongeren.
Seksisme
Seksisme is het geheel aan vooroordelen, overtuigingen en stereotypen over mannen en vrouwen, en over de relatie tussen mannen en vrouwen. Seksisme wijst op het geloof in een hiërarchische verhouding tussen mannen en vrouwen, waarbij de ene groep als belangrijker of competenter wordt beschouwd dan de andere, binnen een bepaalde context.
Ook omvat seksisme het geloof in de wenselijkheid, of zelfs de natuurlijkheid, van een dergelijke ongelijke verhouding, en van zogenaamde verschillen tussen mannen en vrouwen. Tot slot omvat seksisme alle uitspraken en handelingen die voortvloeien uit deze overtuiging, waarbij niet alleen een onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen, maar waarbij de ene groep ook benadeeld wordt ten opzichte van de andere.
Hoewel seksisme indirect negatieve effecten heeft op iedereen, zijn het in een patriarchale samenleving vooral vrouwen en gemarginaliseerde genderidentiteiten die worden benadeeld door seksisme.
> Gebaseerd op: Gelijke Kansen (Agentschap Binnenlands Bestuur), Rosa vzw
> zie: discriminatie, exclusie, uitsluiting
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
> zie: grensoverschrijdend gedrag
Tokenisme
Men spreekt van tokenisme wanneer iemand uit een ondervertegenwoordigde groep betrokken of gebruikt wordt om het gebrek aan representatie te compenseren en om een schijnbare diversiteit te portretteren.
> Bron: Cargo Confetti
Toxische mannelijkheid
Met de term toxische mannelijkheid (of giftige mannelijkheid) doelt men op een set schadelijke maatschappelijke opvattingen over hoe mannen zogenaamd zouden moeten zijn of wat mannen zouden moeten doen. Het zijn sociaal destructieve normen die gedrag als vrouwenhaat, homofobie, fysiek of mentaal geweld, dominantie … in stand houden. Toxische mannelijkheid speelt sterk in contexten die door mannen gedomineerd worden, zoals leiderschapsposities of in de technologiesector.
> Bron: Title-mag.com
Transgender
Transgender is een verzamelterm die mensen beschrijft van wie de genderidentiteit (het innerlijke gendergevoel) niet volledig overeenstemt met het geslacht dat hen werd toegewezen bij de geboorte. De term dekt een brede waaier aan verschillende binaire en niet-binaire genderidentificaties en belevingen. Het tegenovergestelde van ‘transgender’ is ‘cisgender’. Wanneer we spreken of schrijven over personen, wordt ‘transgender’ of ‘trans’ als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Dit om aan te tonen dat de persoon meer is dan enkel trans. Je spreekt/schrijft dan over ‘transgender personen’ of ‘trans personen’.
> Bron: Transgender Infopunt Woordenlijst
> zie: cisgender
Trigger warning (ook: content warning)
Trigger warnings (vaak afgekort tot TW) of content warnings waarschuwen het publiek dat er thema’s of beelden aan bod zullen komen in een programma, tekst of voorstelling, die hen van streek zouden kunnen maken. Denk aan: racisme, geweld, suïcide, enzovoort. Zeker wanneer mensen die beelden associëren met traumatiserende gebeurtenissen uit hun verleden kan dat gebeuren. Op basis van de waarschuwing kunnen mensen zelf beslissen of ze verder lezen, kijken of luisteren. Het staat iedereen vrij om zulke trigger of content warnings te consulteren of op te vragen.
> Bron: Michigan University. An Introduction to Content Warnings and Trigger Warnings, Meg-John Barker, 2014. Trigger warning: Trigger warnings (towards a different approach).
Uitsluiting
zie: discriminatie, exclusie
Validisme
Validisme of ableïsme (van het Engelstalige ableism) is discriminatie, marginalisering en stigmatisering van mensen met een fysieke, geestelijke of verstandelijke (functionele) handicap.
> Bronnen: Çavaria, MO* Magazine
> zie: discriminatie, exclusie, uitsluiting
Veilige(re) ruimte
> zie: safe(r) space, brave space
White saviour, witte redder
Witte redder (of wittereddercomplex, of witte verlosser) verwijst naar de neiging van witte mensen om mensen van kleur te “redden” of te helpen, ervan uitgaand dat zij daar als wit persoon beter toe geschikt zijn. Het streelt het eigen ego en het gaat vaak over een eerder oppervlakkige handeling: je helpt iemand of een groep mensen bij een individueel probleem (en je voelt je daar goed over), zonder je in de diepte te interesseren voor de structurele redenen die aan de grondslag van het probleem liggen, laat staan daar iets aan te willen doen.
> Bron: Layla F. Saad, 2020. Witte Suprematie en ik.