Productie

Creatieprocessen verlopen in fasen en het parcours kan bochtig verlopen.  Inspirerende ideeën kunnen een tijd uit het oog verdwijnen en later terug opduiken, soms zelfs in een ander creatieproces. En ook: niet elk idee ontwikkelt zich tot een kunstwerk. In dit lemma richten we wel de aandacht op resultaatgerichte creatieprocessen.



Geef feedback

Inhoud
  1. Wat is een productieproces?
  2. De functie ‘productie’ in het Kunstendecreet
    1. Werkingssubsidies voor alleen de functie ‘productie’
    2. Werkingssubsidies voor de functie ‘productie’ in combinatie met andere functies
    3.  Projectsubsidies

1. Wat is een productieproces?

Een resultaatgericht productieproces wordt in de kunsten meestal in drie fasen gepland: preproductie, productie, postproductie. In de preproductiefase worden zoveel mogelijk afspraken gemaakt over wat er in de volgende fasen nodig is: artistiek concept, ruimte, materialen, budget, expertise, samenstelling van het team, partners zoeken … De eigenlijke productiefase kan op verschillende manieren verlopen, naargelang de noden van het project en de makers. De postproductiefase richt zich al tijdens de productie op het leven van het kunstwerk na de eerste publieke presentatie: communicatie, spreiding of distributie, publiekswerking ed.

In de praktijk kent dit model verschillende toepassingen. De fasen lopen door elkaar en verschillende processen kunnen tegelijk verlopen, elk in een andere fase. Naargelang de omstandigheden en de voorkeuren of mogelijkheden van de betrokkenen verloopt een productieproces meer of minder gestroomlijnd. Tijdslijnen zijn heel verschillend. Soms speelt men kort op de bal, maar de productie van een nieuw muziektheaterstuk of een tentoonstelling kan drie tot vijf jaar duren.

Kunstenaars hebben in een complex productieproces niet zelf alle touwtjes in handen. Producenten, curatoren of andere opdrachtgevers nemen vaak een co-creatieve rol op. Bijvoorbeeld door een thema te kiezen voor een festival of tentoonstelling of door exclusiviteit te verwachten voor een creatieopdracht. Het komt erop neer dat productieprocessen in de kunsten maatwerk zijn. Zelfs als er bij aanvang een schriftelijke overeenkomst wordt opgemaakt, blijven coördinatie en regelmatig werkoverleg nodig. Dit wordt in sommige kunstorganisaties ondersteund door checklists. Zo’n instrumenten bieden een kader en geheugensteun voor een organische manier van werken. Formele en informele afspraken nemen de onzekerheid in een productieproces nooit helemaal weg. Als de inspiratie vastloopt of als een artistiek concept niet werkt, stuurt men bij. Soms neemt men de moeilijke beslissing om de productie uit te stellen of stil te leggen.

2. De functie ‘productie’ in het Kunstendecreet

Productie richt zich op resultaatgericht creatieproces tot vlak vóór het moment waarop artistiek werk voor het eerst aan een publiek getoond wordt. Een aanvraag voor deze functie binnen het Kunstendecreet wordt getoetst aan volgende inhoudelijke, specifieke subcriteria:

  • de kwaliteit van het creatie- en productieproces,
  • de kwaliteit van de artistieke partners of samenwerkingsverband(en),
  • de kwaliteit van het artistieke resultaat, 
  • de kwaliteit van de visie op spreiding, promotie en publieksbereik.

Van de 225 kunstenorganisaties met een werkingssubsidie voor de periode 2023-2027 nemen er 123 (54,66%) vrijwillig de functie ‘productie’ op. De zeven kunstinstellingen zijn verplicht om alle vijf de functies op te nemen en laten we daarom hier buiten beschouwing. In de analyse van de projectsubsidies over de periode 2016-2022 staat de functie productie eveneens op de eerste plaats.

2.1. Werkingssubsidies voor alleen de functie ‘productie’

In de periode 2023-2027 ontvangen 60 organisaties die exclusief op productie inzetten een werkingssubsidie. Er zijn 45 organisaties die voordien al een werkingssubsidie ontvingen en 15 instromers. We focussen eerst op “exclusief productie” omdat we vooral willen kijken naar de mogelijkheden voor creërende kunstenaars in ensembles en gezelschappen of een gedeeld productieplatform. Samen maken zij ruim een kwart (26,66%) uit van het totale aantal kunstenorganisaties met een werkingssubsidie in het Kunstendecreet.

Organisaties die exclusief op productie werken organiseren zich doorgaans rond makers. Je vindt ze vooral binnen klassieke muziek (#21), podiumkunsten (dans #11 en theater #14). Je vindt ze minder terug in transdisciplinair (#6), jazz en traditionele muziek (#3), muziektheater (#2), audiovisuele kunsten, geluids- en mediakunst (#3). In architectuur en vormgeving, beeldende kunst en fotografie, en pop/rock/hip hop/alternative/dance en multidisciplinaire kunsten vind je er geen.

Van de 45 doorstromers keken er 17 tegen een krimpscenario aan (minder dan 110% van het subsidiebedrag 2022). Van de 60 organisaties in totaal kreeg een derde (22 om precies te zijn) minder dan 75% van het vraagbedrag. Nog een derde (20 om precies te zijn) kreeg meer dan 90% van het vraagbedrag.

2.2. Werkingssubsidies voor de functie ‘productie’ in combinatie met andere functies

63 organisaties ontvangen een werkingssubsidie voor deze functie in combinatie met een of meerdere andere functies. We zien 12 verschillende combinaties verschijnen. In de combinatie met een andere functie gaat de voorkeur naar ontwikkeling (#16), naast presentatie (#7) of participatie (#4). Bij de combinatie met twee andere functies zien we vijf verschillende mogelijkheden. De combinatie productie – ontwikkeling – presentatie staat uitgesproken vooraan (#14). Deze combinatie verbindt de verschillende fases van creatieprocessen. Vier andere combinaties van drie functies moeten verdeeld worden over negen organisaties. Acht organisaties kiezen drie verschillende combinaties van vier functies. Vijf organisaties kozen voor alle vijf de functies.

Via de mogelijkheid om functies te combineren komt de functie productie nu in meer disciplines aan bod. De discipline pop/rock/hip hop/alternative/dance blijft de enige uitzondering waar geen enkele organisatie met een werkingssubsidie in de functie productie actief is.

2.3. Projectsubsidies

Een diepgaande analyse van de aanvragen en toekenning van kortlopende subsidies in de periode 2016-2022 lees je op een andere pagina. Hier vatten we de resultaten voor de projectsubsidies voor de functie ‘productie’ samen. Deze functie wordt het meest aangeklikt. Ook in de toekenning van projectsubsidie staat deze functie bovenaan. Exact de helft van alle projectaanvragen tussen 2016 en 2022 diende alleen in op deze functie. Ook zie je een sterkere vertegenwoordiging van ‘productie’ onder de goedgekeurde projectsubsidies: 58% van alle goedgekeurde is alleen in deze functie.

Net als bij aanvragen voor werkingssubsidie, wordt ook in projectaanvragen de functie productie gecombineerd met andere functies. Het combineren van functies in aanvragen voor projectsubsidies blijft in het algemeen beperkt tot een kwart en in de toekenning is dat 18%. De combinatie van productie met presentatie komt het meest voor (6% aanvragen en 4% toekenning). De combinatie met ontwikkeling volgt op de voet (4% aanvragen, 3% toekenning). De combinatie met participatie haalt net de top tien (1% aanvragen, 1% toekenning. Op de achtste plaats zien we een combinatie van drie functies: productie + ontwikkeling + presentatie (2% aanvragen, 2% toekenning).

Projectdossiers voor alleen de functie productie ontvangen het grootste aandeel van het beschikbare budget. Over de hele periode 2016-2022 bekeken, gaat het over de helft van het totale budget aan projectsubsidies. Van jaar tot jaar zijn er wel schommelingen. Het varieert van 2,5 miljoen euro in 2016 tot 4,5 miljoen in 2022. Niettemin blijft het aandeel van alleen ‘productie’ in elk onderzocht jaar dichtbij of op de 50% van het uitgekeerde bedrag aan projectsubsidies.

Referenties

Bekijk een overzicht van relevante literatuur via onze Zotero bibliotheek.