Offspaces #6 – Sorry, Antwerpen
Om het ecosysteem van de kunsten in kaart te brengen richt Kunstenpunt het perspectief op Offspaces: beeldende kunstruimtes die opgericht worden door kunstenaars en/of curatoren. Ze werken meestal zonder subsidie in leegstaande ruimtes of bij mensen thuis en met heel verschillende doelen en manieren van werken. Hieronder gaat curator en onderzoeker Pieter Vermeulen in gesprek met Jo Caimo, Katinka de Jonge & Liesje De Laet (Sorry, Antwerpen)
Hoe zouden jullie jezelf omschrijven?
Sorry is een excuus, en wij gebruiken het om een ruimte te genereren om publieke interventies, performances en acties mogelijk te maken, artistieke werken die wij als individu niet zouden kunnen creëren.
Onze naam Sorry is deels een ludieke reactie op het idee van de klassieke (beeldende) kunstenaar (als “individuele genie”) en deels een serieuze geste voortgekomen uit vragen die wij onszelf stelden na ons afstuderen aan de kunstacademie. Dit waren vragen m.b.t. auteurschap en de reguliere productie- en consumptiemechanismen van kunst in onze samenleving.
Bijvoorbeeld: Moet ik als kunstenaar aan een galerij verbonden zijn? Waarom kunnen bijna alle (beginnende?) beeldend kunstenaars niet leven van hun werk? Hoe kan ik mij (op een collectieve manier) organiseren waardoor er meer duurzaamheid kan ontstaan in mijn artistieke praktijk en loopbaan?
Sorry creëert tegelijk een ruimte waarbinnen je kan reflecteren over je eigen praktijk en die van anderen, en over wat je om je heen ziet. De naam is voortgekomen uit de zoektocht naar een legitimering van het gezamenlijk werk dat wij maken. Wij zien Sorry als zodanig ook als gezamenlijk werk.
We zijn een groep individuele kunstenaars die elk een eigen parcours afleggen, maar zich tegelijk engageren voor gezamenlijke (publieke) acties, waarmee we trachten het kunstenveld van binnenuit te te onderzoeken en te bevragen.
We hebben ons al vaak afgevraagd of we nu een collectief zijn. En we kwamen zelf met het woord gezelschap op de proppen, dat ons beter lijkt. Het neigt meer naar de verschillende rollen die iedereen heeft binnen het geheel, terwijl het ook verwijst naar de theatercontext. Dit sluit ook meer aan bij de functie die Sorry heeft als ‘productiehuis’ voor zowel individueel als gezamenlijk werk.
In de praktijk functioneert Sorry als organisatie heel organisch: het gaat over de luchtigheid van een organisme dat kan uitdeinen en slinken, dat wel een zekere kern heeft, maar waar uiteindelijk ook een heleboel mensen en organisaties rond cirkelen.
We hebben ons al vaak afgevraagd of we nu een collectief zijn. En we kwamen zelf met het woord gezelschap op de proppen, dat ons beter lijkt.
En als het aankomt op jullie activiteiten?
Enerzijds heb je Sorry als vzw, wat heel sterk gaat over het feit dat je die structuur kan gebruiken. Het is in die zin letterlijk een ‘legitimering van artistiek werk’ omdat het uitbetalingen, subsidies, en samenwerkingen met andere organisaties op een legale manier mogelijk maakt. Het verbreedt en verdiept op die manier je individuele praktijk. Aan de andere kant zien wij Sorry wél als intrinsiek artistiek gegeven, in die zin dat we zoveel mogelijk van de zakelijke kant van de vzw bij de artistieke kant betrekken. Het vertellen van verhalen, fictie, gebruik van humor en absurditeit zijn onderdeel van de gehanteerde strategie.
Kan je een voorbeeld geven?
Een mooi voorbeeld hiervan is De Belly, een open keuken waar wij verschillende modellen testen om onszelf te financieren als kunstenaars. Als kadrering hiervan hebben we in De Belly een tiendelige reeks evenementen georganiseerd met als (provocatieve) titel ‘Werken is Misdaad’. Dit was uitdrukkelijk bedoeld als platform om mensen uit de kunstwereld en bezoekers/buurtbewoners samen te brengen rond vragen over werk en inkomen.
Maar aan de andere kant werkt de officiële structuur van een vzw ook voor meer individuele werken, bijvoorbeeld het Megaphone Ensemble [een project van Jo Caimo]. Als het Megaphone Ensemble ergens optreedt moet hiervoor een factuur worden opgemaakt. Dat verloopt best via de vzw Sorry, en die activiteit past daar ook bij. Op die manier kan Sorry via vrijwilligersvergoedingen en KVR’s de individuele leden van het Ensemble uitbetalen.
In die zin is het ook een ondersteunende vzw, een constructie die in het leven geroepen is om kunstenaars te ondersteunen of hun projecten te faciliteren. Onze activiteiten willen we liefst zo breed mogelijk houden, maar cirkelen wel rond vragen omtrent publieke ruimte, (manieren van) samenwerking en het uitbouwen van een duurzame artistieke gemeenschap.
Tijdens BORG2016 in Antwerpen [een tweejaarlijks evenement voor hedendaagse kunst in Borgerhout in 2016] hebben we bijvoorbeeld een ijssalon opgericht in De Belly, het pand waarover we beschikken in Borgerhout. Met de inkomsten van de verkoop van ijs hebben we vervolgens de kunstenaars uitbetaald. Tegelijk werd het ijs zelf ‘verkocht’ aan een vrije bijdrage, waarbij het publiek uitgedaagd werd na te denken over de waarde van hun ijsje. Naast louter geld konden er ook goederen of diensten aangeboden worden, wat resulteerde in hilarische situaties met de kinderen van de buurt.
Maar de activiteiten van Sorry hebben ook een andere kant, die wat duisterder en artistieker is. Zo hebben we ooit bij de neonlichtreclame van ‘Born in Antwerp’, [een grootschalige marketingcampagne van de Stad Antwerpen als “Harbour of Creativity”], de ‘B’ veranderd in een ‘P’. De documentatie van deze symbolische actie hebben we vervolgens rondgemaild.
Wij stelden onszelf vragen bij het zien van deze campagne, onder andere bij de inkapseling van kunstenaars en kunstprojecten in het idee van citymarketing en de promotie van Antwerpen als stad. Daarenboven is dit alles te zien in het licht van slinkende subsidies voor de creatieve sector, waardoor er weinig ruimte was voor individuele kunstenaars om geen gebruik te maken van- en dus gebruikt te worden ìn deze campagne. Alle kunstenaars die geld hadden gekregen via ‘Born in Antwerp’ moesten die slogan op al hun communicatie publiceren en werden zo deel van Antwerpen als Harbour of Creativity. Doordat kunstenaars ingelijfd worden in een marketingcampagne boet hun werk in aan intrinsieke betekenis, wat ons deed denken aan de porno-industrie.
Vanuit ons werk binnen en buiten het kunstenveld merken we dingen op en reflecteren daarover, en brengen dat onder de naam ‘Sorry’ naar buiten in de kunstwereld.
Beschouwen jullie dat als een vorm van activisme?
We zien het als iets dat eigenlijk niet mag, maar volgens ons wel moet gebeuren. Het gaat om werken die zich bevinden tussen de ‘artificialiteit’ van de kunstwereld, maar tegelijkertijd ook iets genereren in de ‘echte wereld’. Vanuit ons werk binnen en buiten het kunstenveld merken we dingen op en reflecteren daarover, en brengen dat onder de naam ‘Sorry’ naar buiten in de kunstwereld.
Zo hebben we ooit ook het oude gebouw van AIR Antwerpen [residentieprogramma voor beeldend kunstenaars in Antwerpen] gekraakt. Voor een maand hebben we ons de plek toegeëigend als een self-organised residency, en we wilden hiermee tegelijk een statement maken over het gebrek aan betaalbare atelierruimte in Antwerpen. Zoiets sluit aan bij hoe we onze functie als organisatie beschouwen. Enerzijds willen we onszelf uitdagen tot publiek debat, anderzijds willen we niet louter kritiek leveren aan de zijlijn. We willen het daadwerkelijk anders doen. Hiermee tonen we de mogelijkheden en enorme ruimte als je besluit te denken buiten de mainstream paden van een artistieke loopbaan.
Is vzw Sorry verbonden aan een vaste locatie?
Nee, niet echt. De Belly is wel het officiële adres van Sorry vzw, maar we werken vanuit verschillende plekken, of op locatie, afhankelijk van het project waar we mee bezig zijn.
Als statement staat er op onze deur: “we zijn geen pop-up, we zijn er om te blijven.”
Hoe financieren jullie de organisatie zoal?
In het begin probeerde Sorry geld binnen te halen voor artistieke activiteiten door de organisatie van feestjes en kookactiviteiten – catering – vaak op uitnodiging van instituten en kunstinstellingen. Later is dit uitgegroeid tot het initiatief van De Belly, dat de financiering van artistiek werk als hoofdvraag en onderzoek naar voren schoof. Uiteindelijk heeft Sorry deze zomer een subsidie mogen ontvangen. Momenteel wordt de organisatie zowel gefinancierd door geld dat binnenkomt via individuele projecten als via geld gegenereerd door activiteiten in Belly en door allerlei opdrachten die Sorry krijgt. Die hebben zowel betrekking op het verzorgen van catering als het geven van een lezing of workshop.
De meeste van jullie activiteiten vinden plaats in Borgerhout, Antwerpen. Hoe is de verhouding tot het lokale stedelijk weefsel?
De Belly is een ruimte die we in Borgerhout hebben gekocht met privégeld. Dat zorgt ervoor dat we vrijheid hebben voor experiment. Als statement staat er op onze deur: “we zijn geen pop-up, we zijn er om te blijven.” Tegelijk functioneert De Belly als een uitnodiging voor de buurt waarin we ons bevinden. We stoppen ook regelmatig briefjes in de bussen om over onze activiteiten te communiceren.
De Belly is een open plek die dialoog met de buurt mogelijk maakt. Het ijssalon tijdens BORG was een manier om iedereen binnen te krijgen: iedereen eet ijs, mensen vinden dat tof en ze zijn vrolijk. Niemand eet ijs omdat hij honger heeft, mensen eten het omdat ze even willen ontspannen en iets leuks doen. Dit maakt dat ze open staan voor een praatje. Ons doel met dat project was te bekijken hoe je nu eigenlijk in contact komt met een wijk waar zoveel mensen leven met verschillende achtergronden en gewoonten. IJs bleek een goede gok: doordat het zoveel kinderen aantrok kwamen de volwassenen ook mee. Dat genereerde een hele andere sfeer dan bijvoorbeeld een café of een koffiebar.
Wij staan vaak haaks op het klassieke idee van de individuele kunstenaar maar ook gangbare vormen van organisatie en distributie van kunst.
Wat staat er voor jullie op het spel met Sorry, op artistiek of economisch vlak?
Zoals we eerder al zeiden is Sorry voor ons een manier om een duurzame gedeelde praktijk uit te bouwen. Hiermee staan wij vaak haaks op het klassieke idee van de individuele kunstenaar maar ook gangbare vormen van organisatie en distributie van kunst. We linken onze praktijk aan het idee van the commons. Hierdoor wordt de articulatie van onze praktijk een inherent onderdeel van die praktijk. Dit betekent dat wij Sorry beschouwen als een artistiek werk dat in voortdurende transformatie en dialoog is met het veld waarbij het artistieke en het economische aspect grotendeels samenvallen. Je zou kunnen zeggen dat wij hiermee ons werk “beleven”.