Fair Practices
De afgelopen jaren is er sterk ingezet op Fair Practices in de kunstensector. Het is een begrip dat breed om zich heen grijpt. Als je het doordenkt, raakt het elk aspect van een artistieke praktijk. Het beslaat alles tussen zorgzaam werken en correcte verloning, van grensoverschrijdend gedrag tot het toepassen van CAOs, van een attitude tot regels die moeten gevolgd worden.
In de Landschapstekening Kunsten 2019 kwam aan bod hoeveel druk er staat op kunstenaars, kunstwerkers en kunstenorganisaties. Een onzichtbare hand knijpt de weerbaarheid van mensen uit, met sociaal-economische precariteit of burn-out tot gevolg. Organisaties, omkadering en artiesten stoten op de grens van hun eigen ontwikkelingspotentieel, omdat een dwang om zichtbaar en relevant te blijven alle ruimte opeist in een inflatoire zoektocht naar valoriseerbaar symbolisch kapitaal. Voor sommigen is internationaal werken zowel artistiek als financieel een goede zaak, maar valt het niet te rijmen met het opbouwen van een gezin of waardevol privéleven. En dan hadden we het nog niet over belangrijke zaken zoals waken over integriteit, goed bestuur en het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag.
Fair Practices kunnen een uitweg vormen. Maar niet als ze lukraak worden ingezet, of niet holistisch worden ingezet in de praktijk. Artistieke inhoud is immers moeilijk los te koppelen van de manier van werken. Eén van de zaken die de Landschapstekening Kunsten 2019 aanhaalt, is dat er druk is op ruimte voor de minder zichtbare functies. Vanuit Fair Practices kan er dan gekozen worden om bewust meer ruimte voor proces of (zelf)reflectie te maken. Maar dat heeft weinig zin als de druk om te produceren, met het oog op zichtbaarheid, even hoog blijft. Bijvoorbeeld als die productiedwang een economische noodzaak is, want dan moet ook het financieringsmodel aangepast.
Als Fair Practices uit visieteksten, principes, manifesten en toolkits wil treden en realiteit wil worden, dan botsen kunstenorganisaties op een bepaald moment op de haalbaarheid en grenzen van hun begroting, de programmatie, hun aanbod, bandbreedte, infrastructuur, etc. Fair Practices is een uitnodiging om te vertragen, inclusiever te werken, zorgzaam om te springen met elkaar, grenzen te respecteren, correct te verlonen. Sommige kunstenorganisaties brengen dat al in de praktijk, bij anderen is het in transitie. En verandering neemt tijd.
Beoordelaars maken vanuit Fair Practices dus een cruciale inschatting over de toekomst van het kunstenveld. Op welk tempo vinden Fair Practices nog breder ingang in de kunstensector? Met welke pasmunt worden de gewonnen waarden van Fair Practices gecompenseerd? Welke lange- en kortetermijneffecten worden voorzien en opgevangen? Zijn Fair Practices voldoende geïncorporeerd in de volledige werking, of is het slechts een zijdelings traject?