Naast infrastructuur kunnen er ook toegankelijke keuzes gemaakt worden binnen de programmatie. Vaak is hier echter sprake van een tijdelijke thematische interesse, bijvoorbeeld in mensen met een beperking. Hoe kan je consistent kunstenaars met een beperking programmeren en cureren in jouw instituut? En hoe communiceer je daarover?
Het is evident om curatoren en programmatoren in jouw team te betrekken die zelf een beperking hebben, of goed op de hoogte zijn van de ontwikkelingen hierover in de sector. Als dit niet het geval is, kan je werken met en leren van gastprogrammatoren: waar ligt de focus, en waar schiet je tekort?
Natuurlijk is het niet enkel belangrijk om achteraf te leren, maar ook voor je iemand met een beperking in dienst neemt na te denken over hoe je deze persoon kan bijstaan. Zo spreekt men binnen crip studies over crip time: de manier waarop tijdsbeleving verschilt voor personen met een beperking in vergelijking met zij zonder beperking. Dezelfde taken kunnen bijvoorbeeld langer duren of meer energie vragen. Sommige personen hebben ook nood aan onvoorziene, langere periodes van rust. Houd hier rekening mee door bijvoorbeeld meerdere uren te voorzien voor bepaalde taken, prikkelarme ruimtes te creëren of een contactpersoon aan te duiden waarbij iemand hun noden kan aankaarten.
Kunstenaars en professionals in gesprek over validisme
Kunstenaars en professionals in gesprek over validisme
In het Posthuis in Brussel bracht Kunstenpunt Saartje Cauwenbergh, Fanny Vandesande, Saïd Gharbi, Shervin/e Sheikh Rezaei en An-Josefien Falelavaki samen om met Leni Van Goidsenhoven te praten over hun ervaringen met validisme in het kunstenveld. Hoe navigeren ze zich binnen dat veld? Wat helpt hen daarbij? Wat maakt echt het verschil?
Wees je ook bewust dat er veel onzichtbare beperkingen bestaan. Abled-disabled mensen kan je bijstaan door telkens een toegankelijkheidsdocument door te sturen wanneer je iemand in dienst neemt, om verborgen beperkingen zichtbaar te maken en assisteren. Voorbeelden van toegankelijkheidsdocumenten vind je onder andere bij SMAK of DeSingel.
Vraag aan de personen die je programmeert of ze een access rider hebben of specifieke noden willen delen. Door zelf jouw toegankelijkheid te benadrukken, kan de persoon zich verwelkomd voelen om over hun eigen noden te communiceren. Probeer deze noden nadien ook in te vullen op een consistente en duurzame manier. Laat dit niet het einde zijn van deze uitwisseling, maar check regelmatig in.
Mensen met een beperking kunnen zich niet alleen vertegenwoordigd voelen in wat je presenteert, maar ook door wat je organiseert. Overweeg bijvoorbeeld om een voelrondleiding te organiseren, of performers uit te nodigen die relaxed performancesmaken.
Voorzie bij tentoonstellingen, voorstellingen en andere evenementen telkens een contactpersoon die vragen rond toegankelijkheid kan beantwoorden. Verwijs ook naar deze persoon bij alle communicatie rond het evenement met de bijhorende contactgegevens. Ook is het goed om hier tijdens het evenement zelf nog eens de aandacht op te vestigen.
De European Disability Card toont aan dat de drager ervan een beperking heeft, ook wanneer deze onzichtbaar is. Zorg ervoor dat jouw instelling deze kaart kent, herkent, en ook erkend bij reservaties. Dit kan jouw organisatie helpen inschatten hoeveel mensen met een beperking jullie bereiken, terwijl het deze mensen tegelijk een welkom gevoel geeft.
Je kan in je ticketing systeem ook specifieke tickets voorzien voor rolstoelplaatsen, of gratis extra tickets voor persoonlijke assistenten. Geef tickethouders de mogelijkheid om toegankelijkheidsnoden door te geven via een tekstbalk of e-mail.
Mensen met psychologische of cognitieve beperkingen, alsook neurodivergente personen, kunnen barrières ervaren om deel te nemen aan openbare evenementen. Het is belangrijk om bewust te zijn van verschillende communicatiestijlen, en dit traag en helder te houden. Sommige mensen zijn minder responsief, hebben langere tijd nodig om een antwoord te formuleren, zullen lichamelijke tics of stims hebben, of zullen oogcontact vermijden. Probeer hier zonder vooroordeel mee om te gaan, zowel in gesproken als geschreven communicatie.
Tip: beperk het gebruik van vakjargon tijdens openbare evenementen. Op wablieft.be vind je begeleiding om jouw taal begrijpbaar te maken.
Is jouw website compatibel met voorleestools? Houd je rekening met de grootte van het lettertype, het aantal cursief gezette woorden en de leesbaarheid van je lettertype? Is je toegankelijkheidsdocument makkelijk terug te vinden, en staan de gegevens van de contactpersoon erin ? Op anysurfer.be, een project van Blindenzorg Licht en Liefde, vind je advies en opleidingen om jouw website toegankelijker te maken.
Deel je video’s op je website? Probeer deze dan te voorzien van Closed Captioning (CC).
Beeldbeschrijving en alt-text
Probeer een beeldbeschrijving te voorzien bij de afbeeldingen op je website. Een afbeelding kan niet waargenomen worden door mensen die slechtziend zijn, maar de beschrijving ervan kan wel worden voorgelezen via tools. Deze beeldbeschrijving kan je ook onzichtbaar voorzien via alt-text. Hoewel de tekst op deze manier niet zichtbaar is op de website, kunnen voorleestools dit wel nog lezen. Het gaat hier over korte beschrijvingen, bijvoorbeeld van sfeerbeelden. Wanneer er complexe informatie gedeeld wordt in de vorm van een afbeelding (denk aan grafieken, kaarten, schema’s) kan je ook een langere beschrijving geven. Deze tekst is dan wel zichtbaar op de website. Voor puur decoratieve afbeeldingen is een beschrijving overbodig.
Om toegankelijkheid te faciliteren, is het belangrijk hierover te communiceren. Een toegankelijkheidsdocument is hier een handige tool voor. Zorg ervoor dat deze informatie makkelijk te vinden is, en verwijs ernaar bij de communicatie rond jouw evenementen. Het blijft even belangrijk om te laten weten op welke vlakken je niet toegankelijk bent.
Informatie over het gebouw kan feitelijk gedeeld worden. Hoeveel trappen zijn er bijvoorbeeld in de inkomhal? Wat is de breedte van de deuren? Is de locatie bereikbaar via het openbaar vervoer? Soms is het beter om eerder te veel dan te weinig informatie te delen. Voeg ook foto’s toe, en maak eventueel een sociaal verhaal over het bezoek aan jouw instelling.
Je kan twee soorten documenten maken: een voor jouw publiek en een voor de artiesten, curatoren of andere partners waar je mee samenwerkt. Dit tweede document kan je dan doorsturen naar al deze partners. Denk eraan dat niet alle beperkingen zichtbaar zijn, en ga er dus niet van uit dat de persoon waarmee je samenwerkt geen beperking heeft. Vraag daarbij ook naar de access rider van de persoon waarmee je samenwerkt. Een template daarvoor vind je hier.