Ondersteuning van kunstenorganisaties in het interculturaliseringsproces
“Een kleine revolutie is een pak veelzeggender dan de grote ideeën”, meent Carl Gydé, algemeen en zakelijk leider van CAMPO. Eerste analyse van het pilootproject sCan&Do.
Interview met Kunstencentrum CAMPO over pilootproject sCan&Do
In 2015 initieerden Sociaal Fonds Podiumkunsten en Kunstenpunt sCan&Do, een traject om kunstenorganisaties te ondersteunen in het interculturaliseringsproces van hun organisatie. In de proeffase werden pilootprojecten opgezet met verschillende kunstenorganisaties, waaronder Kunstencentrum CAMPO uit Gent. Twee jaar later en halverwege het traject nemen we de tijd om met Carl Gydé, algemeen en zakelijk leider van CAMPO, een stand van zaken op te maken en eerste inzichten te delen.
Sofie Joye (SJ): Vanwaar de urgentie voor een kunstenorganisatie als CAMPO om in te zetten op interculturalisering?
Carl Gydé (CG): Als kunstenorganisatie heb je een sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Je hoeft maar te kijken naar de data over de demografische situatie in je stad om wakker geschud te worden. De demografische rijkheid die we in de cijfers terugzien, vinden we niet terug in onze zalen, ons personeelsbestand of in onze raden van bestuur. Je maakt die constatering en neemt dat mee in de denkoefening over de toekomst van je organisatie.
Het heeft ook te maken met een overlevingsstrategie; hoelang blijf je als organisatie relevant als je geen aandacht hebt voor een aantal maatschappelijke uitdagingen, het publiek van morgen of een samenleving waarin iedereen maximaal aan zijn trekken komt?
Op een bepaald moment wordt je gewezen op enkele blinde vlekken en voel je bepaalde thema’s aan als urgent. Voor ons was een van de wake-upcalls de reactie die we ontvingen na een doortocht van onze productie ‘That Night Follows Days’ van Tim Etchells in het buitenland. In Toulouse werd het feit dat de cast volledig blank was, gelezen als een politieke keuze en dit beïnvloedde heel sterk de lezing van het stuk. Het publiek daar kon zich niet voorstellen dat hierop niet specifiek gecast was, terwijl wij ons van geen kwaad bewust waren. Die confrontaties openen je ogen.
SJ: Urgentiebesef is inderdaad voor ons ook de conditio sine qua non wil men op een gedegen manier een interculturaliseringstraject aangaan.
CG: De frustratie leefde intern al een tijdje. Bepaalde maatschappelijke uitdagingen genereren veel retoriek, goeie intenties en engagementsverklaringen, maar in de praktijk zelf gebeurt er weinig. Onze 4X4 debatreeks i.s.m. Rekto:Verso was een eerste aanzet om het maatschappelijke debat in de kunsten opnieuw een podium te geven. Maar als het ging om interculturaliteit, ontbrak het ons aan de juiste tools om zaken werkelijk aan te pakken. Die tools heeft sCan&Do dan wel weer in huis.
SJ: We zitten nu twee jaar ver in het traject. Zijn er voor jou al enkele belangrijke veranderingen doorgevoerd?
CG: We merken dat de resultaten na twee jaar van volgehouden inspanningen enorm zijn op bepaalde vlakken. Anno 2017 zetten we geen casts meer in op basis van audities bij kinderen, amateurs of professionals zonder rekening te houden met het criterium interculturaliteit. We gaan nu op voorhand in gesprek met de artiesten die met jongeren of amateurs willen werken. We maken daar ook een punt van tijdens de verkennende gesprekken zonder door te slaan in een soort van politieke of sociale correctheid waarbij we alleen interculturaliteit als parameter gaan gebruiken om tot een cast te komen. In plaats van een auditie uit te schrijven en te zien wat op ons afkomt, gaan we ook zelf op zoek naar een divers samengestelde groep. Als we rekruteren uit de Gentse stadsscholen nemen we dit criterium mee in de samenstelling van de groep.
Het is niet omdat het management bepaalde doelstellingen vooropstelt rond interculturaliteit, dat de werking van de organisatie daar automatisch in volgt. sCan&Do zorgt voor het besef dat interculturaliteit een continu aandachtspunt moet zijn.
Carl Gydé, CAMPO
Qua personeelsbeleid hebben we momenteel de zichtbaarste vooruitgang geboekt. Onze Raad Van Bestuur is vandaag diverser samengesteld dan pakweg twee jaar geleden. Bij aanwerving van nieuwe leden staat de interculturele competentie momenteel voorop.
Ook binnen de vaste personeelsploeg kiezen we voor een andere filosofie. In tijden van bezuinigingen binnen de kunsten is er binnen het vaste kader weinig marge om nieuwe mensen aan te werven. Daarom laten we in 2017 de vaste omkadering inkrimpen en bouwen we momenteel een nieuw bestand uit van losse medewerkers. Dat is een keuze die ons toestaat om meer mensen via verschillende tewerkstellingsstatuten zoals BIO/IBO banen of in combinatie met inburgeringstrajecten, werkstages…. aan ons te verbinden. Dit moet ons in staat stellen om een verhoging van de capaciteit uit te voeren en terzelfdertijd een injectie van die interculturele competentie te genereren in ons personeelsbestand.
Naar aanleiding van het nieuwe beleidsplan 2017-2021 zetten we enkele nieuwe programmalijnen uit die de interculturalisering van onze werking zullen versterken.
We gaan partnerships aan met organisaties zoals Mestizo Arts Festival die vanuit hun eigen werking een interculturele expertise en netwerk binnen de kunsten hebben opgebouwd. Op die manier willen we ons artistiek programma verrijken, zonder voorbij te gaan aan organisaties die daarin al expertise opbouwden.
We kiezen er ook voor om vanaf 2017 in te zetten op de activering van onze locatie in de Bomastraat, op een boogscheut van Dampoort. Deze ligt in een demografisch zeer diverse stadswijk waar de cultuurparticipatie nog aan de lage kant is, ondanks de verschillende organisaties die er aanwezig zijn. De organisatie Onbetaalbaar zal het pand betrekken en vanuit de participatiegedachte samen met de organisaties en verenigingen uit de wijk bouwen aan een nieuw artistiek verhaal. Ik ben er vast van overtuigd dat we – door drastisch in te grijpen en een volledige locatie in te zetten op dat streven en tegelijkertijd een interactie tussen die drie locaties te bewerkstelligen – erin kunnen slagen om een hele stadswijk van de nodige dynamiek te voorzien. Nu ligt dat op apegapen.
SJ: Jullie interculturaliseringsplannen lijken sterk gekoppeld aan de lokale werking en aan de functie participatie. Wat versta je daar precies onder?
CG: Ik hou de zaken graag klein. De kleine revolutie is een pak veelzeggender dan de grote ideeën. We kiezen er inderdaad voor om ook financiële middelen in te zetten voor de functies ontwikkeling en participatie. Het is vooral op die beide domeinen dat we op het vlak van interculturalisering ook verdere stappen willen zetten.
CG: Ik hou de zaken graag klein. De kleine revolutie is een pak veelzeggender dan de grote ideeën. We kiezen er inderdaad voor om ook financiële middelen in te zetten voor de functies ontwikkeling en participatie. Het is vooral op die beide domeinen dat we op het vlak van interculturalisering ook verdere stappen willen zetten.
Er is nog nooit zoveel hallucinante onzin verspreid als de laatste jaren. Het is de rol van de kunsten om mensen weer wat inzichten bij te brengen in hoe de wereld in elkaar zit of kan zitten en wat de toekomst kan bieden.
Carl Gydé, CAMPO
SJ: Interculturalisering verlangt een integrale aanpak indien ze duurzaam wil zijn. Wat betekent dit voor je organisatie?
CG: De verleiding om wat cosmetische ingrepen door te voeren en verder geen acties te ondernemen is soms groot, maar verandert niets. Zelf hebben we met ‘A l’attente du livre d’or’ een grotendeels Congolese cast een podium gegeven. We zijn er tijdens die voorstelling wel in geslaagd de Congolese gemeenschap in Gent te mobiliseren. Maar we hebben dat publiek daarna niet meer teruggezien in onze zalen. Ondanks de cast, de thematiek en de goede omkadering die de voorstelling heeft gekregen, konden we het publiek van deze voorstelling niet verleiden voor de rest van ons programma. Als die programmatiekeuze niet ook is ingebed in fundamentele ingrepen in de rest van je werking, is er geen continuïteit en blijft het bij een eenmalig succes.
Het vraagt erom tijd, mensen en middelen te investeren. Onze financiële mogelijkheden zijn in de voorbije jaren niet toegenomen. Het vraagt dus ook om een heroriëntering binnen de organisatie, een aanpassing van je plannen. Maar je moet de verandering die je bewerkstelligt ook voldoende zichtbaar maken. Het kan niet anders dan dat dat een impact heeft op capaciteit, mensen, tijd en dat het zich ook vertaald in budgettaire aanpassingen.
SJ: sCan&Do is een langdurig traject dat niet alleen inzet op praktische veranderingen binnen de programmatie, het personeelsbestand, communicatie, openstellen van de plek etc. via een actieplan. Daarnaast werkt het ook via groepsmomenten aan een mentaliteitsverandering binnen de organisatie. Hoe ervaar je de combinatie van die twee sporen?
CG: Het is niet objectief meetbaar, maar ik merk een verhoogde interesse van medewerkers voor x-aantal initiatieven die momenteel lopen maar vroeger niet binnen onze scope zaten. Geleidelijk aan prospecteren we breder dan vroeger. We bekijken welke initiatieven het best bij onze werking aansluiten. Externe organisaties voelen dat engagement ook aan. Er zijn heel wat organisaties die zich momenteel zelf aandienen omdat ze weten dat we ons engagement hierrond hebben uitgesproken.
Het gaat om een algemene aandacht en gevoeligheid voor culturele diversiteit die binnen de hele organisatie is aangescherpt. De sCan&Do zelf heeft het nodige enthousiasme voor dit thema teweeggebracht. Zelfs in die zin dat de gesprekken die we hierover hebben in het kader van sCan&Do – hoe confronterend ook – ons als team versterken. Zeker de directe medewerkers stoppen tijd en energie in dit engagement. Het hoofd catering is bijvoorbeeld een deel van zijn tijd bezig met het opleiden van mensen die worden ingeschakeld in het onthaal. Dat gaat nu niet alleen meer om kunststudenten maar ook om mensen die het Nederlands niet goed beheersen of geen eerdere ervaring hebben met publiekswerking. Op die manier werken we drempels weg waar we ons vroeger niet eens van bewust waren.
SJ: Kan sCan&Do zorgen voor een mentaliteitswijziging in het team?
CG: sCan&Do helpt om je team intern te sensibiliseren. Het is niet omdat het management bepaalde doelstellingen vooropstelt rond interculturaliteit en wil dat dit deel uitmaakt van het profiel van je organisatie, dat de volledige werking en iedereen die die werking bevolkt daar automatisch in volgt. sCan&Do zorgt voor het besef dat interculturaliteit een continu aandachtspunt moet zijn en het de manier van werken moet besmetten. Dat je daar als team door het management in wordt gesteund of wordt bevestigd, zorgt ervoor dat het geleidelijk aan een evidentie wordt voor ieder teamlid.
Je moet een draagvlak creëren binnen je organisatie en daarvoor zijn die groepsmomenten noodzakelijk. Ik ben er als de dood voor dat we naar de dode letter en de retoriek gaan. Het enige wat voor mij van belang is, is de progressie die we maken op vlak van aanbod, personeel, maatschappelijke verantwoordelijkheid, etc.
In die zin is het een zegen dat er een tool is met een methode die daarbij helpt en plannen uitzet binnen een redelijke termijn. Waardoor het een volgehouden inspanning is. Die actieplannen die we met sCan&Do opstellen kan ik bijna copy-pasten in mijn eigen beleidsplan, omdat dat een document is dat niet is bedacht door het management maar het resultaat is van overleg met een volledige ploeg. Het zijn heel realistische en waardevolle doelstellingen die in actiepunten worden gegoten en die makkelijk te evalueren zijn. Het feit dat sCan&Do naast een jaarlijkse focus ook tussentijdse evaluatiemomenten organiseert, afgestemd op de timing van de beleidsdocumenten die moeten worden afgeleverd (het voortgangsrapport, n.v.d.r.) helpen om er blijvend en op een consistente manier mee om te gaan. De sCan&Do is als format zeer aangewezen voor organisaties die een urgentiebesef hebben, zoekende zijn en bereid zijn te worden geholpen om duidelijke stappen te nemen en de nodige progressie ervan te kunnen meten.
We zitten nu halfweg, naar aanleiding van een nieuw dossier in 2020 zullen we intern de eindbalans maken. Dan is de analyse en het rapport dat sCan&Do aanbiedt dankbaar aangezien het een externe evaluatie betreft.
SJ: Wanneer is dit traject voor jou geslaagd?
CG: Ik zou graag hebben dat er een afspiegeling is van wie hier leeft in wat we doen. CAMPO als huis waar iedere bevolkingsgroep zijn gading vindt in het programma, ongeacht of dat nu de buurtkeuken is of de artistieke producties. Ik geloof dat oplossingen op maat ons vooruit kunnen helpen. Ik wil niemand bekeren tot het bijwonen van Shakespeare. Dat niet iedereen daar een boodschap aan heeft, begrijp ik. Het gaat erover dat je in principe de interesse kan wekken bij iedereen en niemand zich uitgesloten voelt door ons aanbod. Als mensen slechts één keer over de vloer komen tijdens een buurtkeuken of de afsluitende party en nooit een voorstelling bijwonen, is dat voor mij prima. Maar iedereen moet zich welkom voelen in ons huis. De waardering die we nastreven, kan zich op verschillende manieren uiten. Dat iedereen die deze stad mee vormgeeft in ons een potentiële partner ziet, ons kent en zich tenminste een mening kan vormen van waar we mee bezig zijn is mijn ideaalbeeld.
SJ: Wat is de rol die de kunsten nu kunnen spelen?
Het urgentiebesef binnen de sector is groter dan ooit. Dat is ook het gevolg van het feit dat we als gesubsidieerde organisaties regelmatig worden gedwongen om na te denken over welke positie we innemen. Die zelfkritische analyse gecombineerd met een overheidsstreven, maar ook met een streven vanuit een aantal sectoriële organisaties, geëngageerde mensen die daarop blijven hameren. Dat heeft ertoe geleid dat er een verhoogd bewustzijn is rond die materie. Het is nu of nooit, want we lopen achter de feiten aan.
Er is nog nooit zoveel hallucinante onzin verspreid als de laatste jaren. Het is de rol van de kunsten om op een intelligente, speelse en doeltreffende manier mensen weer wat inzichten bij te brengen in hoe de wereld in elkaar zit of kan zitten en wat de toekomst kan bieden.